Toebehoren monteren
Sproeier op de straalpijp monteren
(markeringen op de stelring bovenaan).
Straalpijp op het handspuitpistool met
druk- en volumeregeling monteren.
Waarschuwing (enkel bij 1.524-207)
In enge ruimten kan de bijgevoegde adap-
ter met sproeier direct gemonteerd worden
op het handspuitpistool.
Bij apparaten zonder slangtrommel:
Hogedrukslang vastschroeven aan de
hogedrukaansluiting.
Bij apparaten met slangtrommel:
Krukhendel in de slangtrommelas ste-
ken en laten klikken.
hogedrukslang voor het oprollen ge-
strekt leggen.
Hogedrukslang in gelijkmatige lagen op
de slangtrommel wikkelen door aan de
krukhendel te draaien. Draairichting zo-
danig kiezen dat de hogedrukslang niet
geknikt wordt.
Inbedrijfstelling
Elektrische aansluiting
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische schok.
Apparaat uitsluitend aansluiten op wissel-
stroom.
U mag het apparaat uitsluitend aansluiten op
een wandcontactdoos, die is aangebracht door
een elektrotechnische installateur, volgens IEC
60364.
De op het typeplaatje aangegeven span-
ning moet met de spanning van de stroom-
bron overeenkomen.
Minimumzekering van het stopcontact (zie
Technische gegevens).
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
70
All manuals and user guides at all-guides.com
NL
Het apparaat moet met een stekker op het
stroomnet aangesloten worden. Een on-
scheidbare verbinding met het stroomnet is
niet toegestaan. De stekker dient voor de
scheiding van het stroomnet.
Controleer netsnoer en stekker vóór ge-
bruik altijd op beschadigingen. Laat een
beschadigd netsnoer onmiddellijk vervan-
gen door een bevoegde klantendienst-/
elektromonteur.
Stekker en koppeling van een gebruikt ver-
lengsnoer moeten waterdicht zijn.
Verlengingskabel met een voldoende grote
diameter gebruiken (zie „Technische gege-
vens") en volledig van de kabeltrommel
wikkelen.
Ongeschikte verlengslangen kunnen gevaar-
lijk zijn. Gebruik in de buitenlucht uitsluitend
daarvoor toegelaten en overeenkomstig ge-
kenmerkte verlengsnoeren met een voldoen-
de leidingdiameter:
Aansluitwaarden zie typeplaatje/Techni-
sche gegevens.
Wateraansluiting
Aansluiting aan de waterleiding
Waarschuwing
Voorschriften van de watermaatschappij in
acht nemen.
Volgens de geldige voorschriften
mag het apparaat nooit zonder sy-
steemscheider aangesloten wor-
den op het drinkwaternet. Er moet
een geschikte systeemscheider van de fir-
ma KÄRCHER of als alternatief een sy-
steemscheider conform EN 12729 type BA
gebruikt worden. Water dat door een sy-
steemscheider is gestroomd, wordt als niet
drinkbaar geclassificeerd.
Voorzichtig
Systeemscheider altijd aan de watertoe-
voer en nooit direct aan het apparaat aan-
sluiten!
Aansluitwaarden zie Technische gegevens.
Toevoerslang (minimumlengte 7,5 m,
minimumdiameter 1'') aan de wateraan-
sluiting van het apparaat en aan de wa-
tertoevoer (bijvoorbeeld waterkraan)
aansluiten.
– 3