Het stoeltje moet tijdens het rijden voorwaarts of achterwaarts gericht zijn. De 'zijwaartse'
positie is alleen bedoeld voor het plaatsen en verwijderen van het kind in stilstaande toestand.
KANTELEN VAN HET STOELTJE
Achterwaarts gericht
naar de rijrichting
Voorwaarts gericht
naar de rijrichting
Het stoeltje kan in vijf verschillende kantelstanden worden versteld (inclusief één liggende
positie, bij achterwaarts gericht naar de rijrichting). Zie: afb. 9.
Om het stoeltje te kantelen, pakt u de handgreep (P) tussen het stoeltje en de basis vast en
stelt u de gewenste positie in.
Om het stoeltje in de liggende positie te zetten, drukt u op de drukknop (L), draait u het
stoeltje 180° en zet u de rugleuning in de liggende positie.
INSTRUCTIES VOOR DE MONTAGE VAN HET
AUTOSTOELTJE IN DE AUTO
A. MONTAGE MET DE AUTOGRODEL
GROEP 0 (0 - 13 kg)
Voor deze gewichtsgroep is het stoeltje achterwaarts gericht, liggend gemonteerd. Voor instructies
over het verstellen van de kanteling van het stoeltje, zie KANTELEN VAN HET STOELTJE.
Zie: afb. 13
1.
Plaats het stoeltje op de bank van de auto.
2.
Trek de autogordel aan en haal het heupgedeelte onder het reductie-inlegstukje (K)
door de heupriemgeleider (O).
3.
Het schoudergedeelte van de autogordel door de schoudergordelgeleider geleiden (S).
4.
Maak de riem vast, trek hem zo veel mogelijk uit en zorg ervoor dat hij niet verdraaid
is. Duw het stoeltje naar de bank van de auto toe.
5.
Plaats het kind in het stoeltje.
Controleer na de installatie of de gordels correct door de geleiders zijn geleid en of ze goed
vastzitten. Probeer hiervoor het stoeltje te verplaatsen en zorg ervoor dat deze stabiel staat.
GROEP I (9 - 18 kg)
Zie: afb. 14.
Voor deze gewichtsgroep is het stoeltje voorwaarts gericht in de posities 1 - 4.
1.
Zet het stoeltje op de bank van de auto. Plaats het kind erin.
Groep 0, 0+, I
Positie 5 – liggend
Groep I
Positie 1 – 4
‑ 73 ‑
Groep I
Positie 5 – liggend
Groep II, III
Zit positie 1
NL
NL