Wateraansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gegevens.
Toevoerslang (minimunlengte 7,5 m,
minimumdiameter 3/4") met slangklem
op de wateraansluitingsset bevestigen.
Toevoerslang aan de wateraansluiting
van het apparaat en aan de watertoevoer
(bijvoorbeeld waterkraan) aansluiten.
Instructie: De toevoerslang en de slang-
klem behoren niet tot het leveringspakket.
Water uit reservoir zuigen
Indien u water uit een extern reservoir
wenst aan te zuigen, is de volgende om-
bouw vereist:
Fles systeemonderhoud wegnemen.
Afbeelding 9
2 Schroeven van het branderhuis af-
schroeven.
Afbeelding 10
Achterwand afschroeven en afnemen.
In de achterwand zit het aanpasstuk
van het reservoir voor systeemonder-
houd.
Afbeelding 11
Wateraansluiting van de fijne filter ver-
wijderen.
Fijne filter van de pompkop schroeven.
Reservoir van het systeemonderhoud
nemen.
Afbeelding 12
Bovenste toevoerslang naar het vlotter-
reservoir losschroeven.
Bovenste toevoerslang aan de pomp-
kop aansluiten.
Spoelleiding van het doseerventiel van
schoonmaakmiddel op vuldop omzetten.
Zuigslang (diameter minimum 3/4") met
filter (toebehoren) aansluiten aan de
wateraansluiting.
Max. zuighoogte: 0,5 m
–
Tot de pomp water heeft aangezogen,
moet u:
Druk-/hoeveelheidsregeling van de
pompeenheid instellen op maximaal vo-
lume.
Doseerapparaat voor reinigingsmiddel
sluiten.
All manuals and user guides at all-guides.com
NL
Gevaar
Zuig nooit water uit een drinkwaterreservoir
aan. Zuig nooit oplosmiddelhoudende
vloeistoffen, zoals lakverdunners, benzine,
olie of ongefilterd water aan. De afdichtin-
gen in het apparaat zijn niet bestand tegen
oplosmiddelen. De sproeinevel van oplos-
middelen is zeer licht ontvlambaar, explo-
sief en giftig.
Opnieuw monteren in omgekeerde
volgorde.
Tip: Erop letten dat de kabel van het mag-
neetventiel aan het reservoir van het sy-
steemonderhoud niet geklemd raakt.
Afbeelding 13
Tip: Na het opzetten van de achterwand in
de schacht van het systeemonderhoud grij-
pen en aanpasstuk op het reservoir van het
systeemonderhoud drukken.
Stroomaansluiting
Aansluitwaarden zie Technische gege-
–
vens en typeplaatje.
De elektrische aansluiting moet uitge-
–
voerd worden door een electricien en
moet voldoen aan IEC 60364-1.
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische
schok.
Ongeschikte verlengsnoeren kunnen
–
gevaarlijk zijn. Gebruik in de buitenlucht
uitsluitend verlengsnoeren met vol-
doende diameter die daarvoor zijn
goedgekeurd en dienovereenkomstig
zijn gekenmerkt.
Verleningsleidingen altijd volledig afrol-
–
len.
Stekker en koppeling van een gebruikt
–
verlengsnoer moeten waterdicht zijn.
Voorzichtig
De maximaal toegelaten netimpedantie
aan het elektrische aansluitpunt (zie Tech-
nische gegevens) mag niet overschreden
worden. In geval van onduidelijkheden in
verband met de netimpedantie aan uw aan-
sluitpunt neemt u best contact op met uw
electriciteitsmaatschappij.
– 6
85