LET OP:
Wanneer de schroef met de slagschroevendraaier te vast
wordt gedraaid, kan de schroef afbreken.
Het onder een hoek vastdraaien van de schroef met
de slagschroevendraaier kan de kop van de schroef
beschadigen. Tevens wordt de schroef dan niet met de
juiste aantrekkracht vastgedraaid.
Breng daarom voor het vastdraaien van een schroef de
slagschroevendraaier in één lijn met de schroef.
5. De haak gebruiken
De haak wordt gebruikt om de machine aan uw heupriem
te hangen terwijl u werkt.
LET OP:
○ Wanneer u de haak gebruikt, dient u erop te letten dat de
machine stevig bevestigd is zodat deze niet per ongeluk
valt.
Als de machine valt, kan dit een ongeval veroorzaken.
○ Wanneer u de machine draagt terwijl deze bevestigd is
aan uw heupriem, plaats dan geen uitrustingsstuk in de
kop van de machine. Als de machine is uitgerust met een
scherp uitrustingsstuk zoals een boor terwijl u het aan uw
heupriem draagt, veroorzaakt dat letsel.
○ Bevestig de haak stevig. Als de haak niet stevig is
bevestigd, kan dit letsel veroorzaken tijdens het gebruik.
(1) De haak verwijderen.
Verwijder de schroeven die de haak op zijn plaats houden
met een Philips schroevendraaier. (Afb. 8)
(2) De haak terug plaatsen en de schroeven vastdraaien.
Plaats de haak stevig in de groef van de machine en draai
de schroeven vast om de haak stevig te bevestigen. (Afb.
9)
6. Over de indicator van de resterende acculading
Wanneer u op de indicatieschakelaar van de resterende
acculading drukt, licht het indicatielampje van de
resterende acculading op en kunt u de resterende
acculading controleren. (Afb. 10)
Wanneer u uw vinger van de indicatieschakelaar van de
resterende acculading haalt, dooft het indicatielampje. In
Tabel 4 vindt u de status van het indicatielampje van de
resterende acculading en de resterende acculading.
Status van
Resterende acculading
lampje
De resterende acculading is
voldoende.
De resterende acculading is de helft.
De accu is bijna leeg.
Laad de accu zo snel mogelijk op.
Omdat de indicator van de resterende acculading
een enigszins ander resultaat geeft afhankelijk van de
omgevingstemperatuur en kenmerken van de accu,
gebruikt u de informatie best als referentie.
Tabel 4
OPMERKING:
○ Stel het schakelpaneel niet bloot aan sterke schokken en
breek het niet.
Dit kan een defect veroorzaken.
○ Om accuvermogen te sparen, licht het indicatielampje van
de resterende acculading op door op de indicatieschakelaar
van de resterende acculading te drukken.
7. Het led-lampje gebruiken
Telkens als u op de lichtschakelaar op het schakelpaneel
drukt, licht het led-lampje op of dooft het. (Afb. 11)
Om te voorkomen dat de accu leeg loopt, dient u het led-
lampje regelmatig uit te schakelen.
LET OP:
○ Stel uw ogen niet rechtstreeks bloot aan het licht door in
het lampje te kijken.
Als uw ogen voortdurend worden blootgesteld aan het
licht, kan dit oogletsel veroorzaken.
OPMERKING:
○ Om te voorkomen dat de accu leeg loopt doordat u vergeet
het led-lampje te doven, gaat het lampje automatisch uit
na ongeveer 15 minuten.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
1. De machine laten rusten na continu werk
Na continu vastdraaien van bouten dient u de machine
15 minuten of zo te laten rusten wanneer u de batterij
vervangt. De temperatuur van de motor, schakelaar enz.
zal flink stijgen als u direct weer begint te werken nadat de
batterij vervangen is, hetgeen uiteindelijk kan resulteren
in doorbranden van de machine.
OPMERKING:
Raak de afscherming niet aan, aangezien deze zeer heet
zal worden bij continu gebruik.
2. Voorzorgsmaatregelen bij het gebruik van de
snelheidsregelaar
Deze regelaar is voorzien van een ingebouwd, elektronisch
circuit waarmee het toerental traploos kan worden
ingesteld. Hierdoor kunnen, wanneer de trekschakelaar
slechts een beetje wordt overgehaald (laag toerental)
en de motor gestopt wordt terwijl u een schroef aan het
indraaien bent, onderdelen van het elektronisch circuit
oververhit en beschadigd raken.
ONDERHOUD EN INSPECTIE
1. Kontroleren van het schroefstuk
Het gebruik van een gebroken of versleten schroef- stuk is
gevaarlijk, omdat het schroefstuk dan kan slippen. Vervang
het schroefstuk.
2. Inspectie van de bevestigingsschroef
Alle bevestigingsschroeven moeten regelmatig
geïnspecteerd en gecontroleerd worden of zij juist
aangedraaid zijn. Wanneer één van de schroeven losraakt,
dan moet deze onmiddellijk opnieuw aangedraaid worden.
Gebeurt dat niet, dan kan dat tot aanzienlijke gevaren
leiden.
3. Onderhoud van de motor
De motorwikkeling is het „hert" van het electrishce
gereedschap.
Er moet daarom bijzonder zorgvuldig op gelet worden,
dat de wikkeling niet beschadigd en/or met olie or water
bevochtigd wordt.
Nederlands
58