Onderhoud op basis van prestaties
KENNISGEVING:
Maak het gaasfilter in de
cyclooneenheid schoon wanneer deze verstopt is
geraakt. Als u deze blijft gebruiken terwijl ze verstopt
zijn, kan dat leiden tot warmteontwikkeling en een
storing in de motor.
Een dieptereiniging of lokale reiniging moet worden uit-
gevoerd afhankelijk van de prestaties van het apparaat.
Gaasfilter
Wanneer de stofopvangdoos vuil wordt of het gaas-
filter verstopt raakt, verwijdert u ze en wast u ze af
met water. (Raadpleeg "Het stof weggooien" voor de
verwijderingsprocedure.)
1.
Houd de stofopvangdoos stevig vast en terwijl
u de ontgrendelknoppen aan beide zijkanten van de
stofopvangdoos ingedrukt houdt, trekt u vervolgens de
stofopvangdoos van het cycloonhuis af.
► Fig.42: 1. Stofopvangdoos 2. Cycloonhuis
3. Ontgrendelknoppen
2.
Draai het gaasfilter zoals aangegeven in de
afbeelding om de vergrendeling te ontgrendelen. Haal
het daarna van het cycloonhuis af.
► Fig.43: 1. Gaasfilter
3.
Haal het gaasfilter uit elkaar in drie onderdelen:
voorfilter, cilindervormig sponsfilter en gaasbuis.
i
Knijp de geleideklemmen op de bovenkant van de
gaasbuis samen.
ii
Geleid de geleideklemmen omlaag door het gelei-
degat in de bovenkant van het voorfilter.
iii
Trek het voorfilter van het cilindervormige sponsfil-
ter en de gaasbuis af.
iv
Verwijder het cilindervormige sponsfilter vanaf de
gaasbuis.
► Fig.44: 1. Voorfilter 2. Cilindervormig spons-
filter 3. Gaasbuis 4. Geleideklemmen
5. Geleidegat
4.
Veeg en tik het stof met de hand van de filters en
gaasbuis af.
► Fig.45
5.
Was de filters en gaasbuis in zeepwater als deze
verstopt zitten met stof en vuil. Droog ze goed in de
schaduw alvorens weer te gebruiken.
► Fig.46
6.
Zet het gaasfilter weer in elkaar.
i
Steek het cilindervormige sponsfilter in het voorfilter.
ii
Steek de gaasbuis in het cilindervormige spons-
filter en het voorfilter, en geleid daarbij de geleideklem-
men op de bovenkant van de gaasbuis door het gelei-
degat op de bovenkant van het voorfilter.
iii
Duw de gaasbuis door het cilindervormige spons-
filter en het voorfilter tot deze met een klik op zijn plaats
wordt vergrendeld.
► Fig.47: 1. Voorfilter 2. Cilindervormig spons-
filter 3. Gaasbuis 4. Geleideklemmen
5. Geleidegat
7.
Breng het gaasfilter weer aan in het cycloonhuis
door de haken van het gaasfilter uit te lijnen met de
uitsparingen in de uitlaat van het cycloonhuis. Draai
het gaasfilter zoals aangegeven in de afbeelding tot
de haken met een klik worden vergrendeld. Verzeker u
ervan dat het gaasfilter stevig is aangebracht.
► Fig.48: 1. Gaasfilter 2. Cycloonhuis 3. Haak
4. Uitsparing
Luchtkanalen in de cyclooneenheid
Vreemde materialen die binnendringen kunnen de
luchtkanalen van de cyclooneenheid blokkeren en de
luchtstroom hinderen. Verwijder eventuele obstakels in
de luchtroute als u merkt dat de zuigprestaties aanzien-
lijk afnemen.
1.
Haal de cyclooneenheid uit elkaar in drie onderde-
len: stofopvangdoos, gaasfilter en cycloonhuis.
► Fig.49: 1. Stofopvangdoos 2. Gaasfilter
3. Cycloonhuis 4. Behuizing van de
stofzuiger
2.
Houd de vergrendelknop op de inlaatbuis inge-
drukt in het vergrendelgat in het cycloonhuis met behulp
van het handgereedschap met een punt. Haal daarna
de inlaatbuis van het cycloonhuis af.
► Fig.50: 1. Inlaatbuis 2. Vergrendelknop
3. Cycloonhuis 4. Vergrendelgat
3.
Veeg al het vuil uit de luchtkanalen.
Vreemde materialen zetten zich meestal vast rondom
de inlaatopening.
► Fig.51: 1. Zuigmond 2. Inlaatopening
4.
Breng de inlaatbuis weer op zijn plaats aan tot hij
stevig is vergrendeld.
► Fig.52: 1. Inlaatbuis 2. Cycloonhuis 3. O-ring
4. Terugslagklep
KENNISGEVING:
O-ring en terugslagklep goed op hun plaats zitten
alvorens weer aan te brengen. De zuigprestaties
kunnen nadelig worden beïnvloed wanneer de
cyclooneenheid wordt gebruikt zonder dat de O-ring
en terugslagklep op hun plaats zitten.
5.
Zet de cyclooneenheid weer in elkaar en breng
hem aan op de behuizing van de stofzuiger.
57 NEDERLANDS
Verzeker u ervan dat de