ALGEMENE INFORMATIE
Deze apparatuur is bestemd voor beroepsmatig gebruik. De
gebruiker wordt verzocht aandachtig deze handleiding en alle
overige door Varian verstrekte informatie door te lezen alvorens
het apparaat in gebruik te nemen. Varian acht zich niet
aansprakelijk voor de gevolgen van het niet of gedeeltelijk in acht
nemen van de aanwijzingen, onoordeelkundig gebruik door niet
hiervoor
opgeleid
personeel,
toestemming is verkregen of gebruik in strijd met de specifieke
nationale wetgeving
De TV 301 Navigator is een geïntegreerd systeem dat uit een
turbomoleculaire
pomp
voor
vacuümtoepassingen plus bijbehorende controller bestaat. Het
systeem is in staat om elk type gas of gasverbinding te pompen,
maar is niet geschikt voor het pompen van vloeistoffen of vaste
deeltjes. Het pompeffect wordt verkregen door een zeer snel
draaiende turbine (max. 56000 toeren/min.) die aangedreven
wordt
door
een
elektrische
rendement.
De TV
301
Navigator
verontreinigingen en is dus ook geschikt voor toepassingen die
een "schoon" vacuüm verlangen.
De TV 301 Navigator is bovendien van hulpconnectors voorzien
waarmee
een
extra
ventilator
luchtuitlaatkleppen kunnen worden aangestuurd, en waarmee het
systeem d.m.v. een serieel aangesloten host computer op afstand
kan worden bediend (RS 232/RS 485).
In de volgende paragrafen is alle informatie vermeld om de
veiligheid van de operator tijdens het gebruik van de apparatuur te
verzekeren. Gedetailleerde informatie is te vinden in de bijlage
"Technical information
Deze handleiding maakt van de volgende symbolen gebruik:
!
GEVAAR!
Bij dit symbool staat tekst die de aandacht van de operator vestigt
op een speciale procedure of methode die, indien niet correct
uitgevoerd, ernstig lichamelijk letsel kan veroorzaken.
!
ATTENTIE!
Bij dit symbool staat tekst met procedures die, indien niet
opgevolgd, schade aan apparatuur kunnen veroorzaken.
OPMERKING
De opmerkingen bevatten belangrijke informatie die uit de tekst is
gelicht.
OPSLAG
Om een zo goed mogelijke werking en betrouwbaarheid van de
Turbomoleculaire pompen van Varian te garanderen, moeten de
volgende voorschriften in acht worden genomen:
•
tijdens transport, verplaatsing en opslag van de pompen moet
aan de volgende omgevingscondities worden voldaan:
•
temperatuur: van –20 °C tot 70 °C
•
relatieve vochtigheid: van 0 tot 95% (niet condenserend)
•
de klant moet de turbomoleculaire pompen altijd met de Soft-
Start opstarten wanneer ze ontvangen worden en voor de
eerste keer in werking worden gesteld
•
de opslagtijd van een turbomoleculaire pomp bedraagt 10
maanden vanaf de verzenddatum.
!
ATTENTIE!
Indien om een willekeurige reden de opslagtijd langer is, moet de
pomp weer naar de fabriek worden gestuurd. Voor meer informatie
wordt verzocht contact op te nemen met de plaatselijke
vertegenwoordiger van Varian.
UITPAKKEN
De TV 301 Navigator wordt in een speciale beschermende
verpakking geleverd; als er schade wordt geconstateerd die
tijdens het transport veroorzaakt zou kunnen zijn, meteen contact
opnemen met het plaatselijke verkoopkantoor.
All manuals and user guides at all-guides.com
reparaties
waarvoor
geen
hoge
en
ultrahoge
draaistroommotor
met
hoog
is
volledig
vrij van
kan
worden
gevoed,
de
11
GEBRUIKSAANWIJZINGEN
Zorg er bij het uitpakken voor dat de TV 301 Navigator niet kan
vallen en geen stoten of trillingen te verduren krijgt.
Laat
de
verpakking
niet
ergens
verpakkingsmateriaal is volledig recyclebaar en voldoet aan de
EEG milieurichtlijn 85/399.
!
ATTENTIE!
Om
ontgassingsproblemen
te
componenten die met het vacuüm in aanraking komen niet met de
blote handen aangeraakt worden. Gebruik altijd handschoenen of
een andere geschikte bescherming.
OPMERKING
De TV 301 Navigator
kan niet beschadigd worden door
eenvoudigweg aan de atmosfeer blootgesteld te worden. Toch wordt
aangeraden om de pomp gesloten te houden zolang deze niet in het
systeem wordt ingebouwd, zodat eventuele vervuiling door stof
wordt voorkomen.
INSTALLATIE
De pomp mag niet geïnstalleerd en/of gebruikt worden in ruimten
die blootgesteld zijn aan de weersomstandigheden (regen, vorst,
sneeuw), stof, agressieve gassen, of in ruimten met ex-
plosiegevaar of zeer groot brandgevaar
Tijdens de werking moeten de volgende omgevingscondities
aanwezig zijn
-
max. druk: 2 bar boven de atmosferische druk
-
temperatuur: van +5°C tot +35°C (zie grafiek in de bijlage
"Technical Information")
-
relatieve vochtigheid: 0 - 95% (niet condenserend).
!
ATTENTIE!
Alleen op het moment waarop de turbopomp op het systeem
wordt aangesloten mogen de sticker en de beschermdop
verwijderd worden.
buiten
achter.
Het
voorkomen,
mogen
de
87-900-946-01(B)