De werkingsfunctie selecteren
Roteren met hameren (zie afb. 4 en 5)
Voor het boren in beton, metselwerk, enz., drukt u de
vastzetknop in en draait u de instelhefboom zo dat de
wijzer naar het
symbool wijst. Gebruik een bit met een
hardmetalen punt.
Alleen hameren
VOOR MODEL HR4501C EN HR4510 (zie afb. 6)
Voor kappen of afbraakwerkzaamheden drukt u de
vastzetknop in en draait u de instelhefboom zo dat de
wijzer naar het
symbool wijst. Gebruik een rond boor,
koudbeitel, bikbeitel, enz.
Voor langdurig hamerboren (ALLEEN VOOR DE
MODELLEN HR4501C EN HR4510C) (zie afb. 7)
Voor kappen of afbraakwerkzaamheden drukt u de
vastzetknop in en draait u de instelhefboom zo dat de
wijzer naar het
symbool wijst. Gebruik een rond boor,
koudbeitel, bikbeitel, enz.
LET OP:
• Bij gebruik van de machine in de
werkt de drukschakelaar niet – alleen de
schuifschakelaar werkt.
VOOR MODEL HR4511C (zie afb. 8)
Voor kappen of afbraakwerkzaamheden drukt u de
vastzetknop in en draait u de instelhefboom zo dat de
wijzer naar het
symbool wijst. Gebruik een rond boor,
koudbeitel, bikbeitel, enz.
LET OP:
• Draai niet aan de instelhefboom terwijl de machine
loopt onder belasting. Het gereedschap zal hierdoor
worden beschadigd.
• Om snelle slijtage van het omschakelmechanisme te
voorkomen, zorgt u ervoor dat de instelhefboom altijd
precies in een van de twee of drie standen staat.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer de motor
een bepaald koppel bereikt. De motor wordt dan
ontkoppeld van de uitgangsas. Wanneer dit gebeurt, zal
de boor ophouden met draaien.
LET OP:
• Schakel het gereedschap onmiddellijk uit wanneer de
koppelbegrenzer in werking treedt. Hiermee helpt u
vroegtijdige slijtage van het gereedschap voorkomen.
Indicatielampje (zie afb. 9)
Het groene lampje licht op wanneer het gereedschap op
het lichtnet is aangesloten. Als het lampje niet brandt, kan
het netsnoer beschadigd zijn of de sturing defect. Als het
lampje brandt, maar het gereedschap niet start, zelfs niet
wanneer de schakelaar in de aan-stand wordt gezet,
kunnen de koolborstels versleten zijn, of kunnen de
motor, de sturing, of de schakelaar defect zijn.
Het rode lampje gaat branden zodra de koolborstels bijna
versleten zijn, om aan te geven dat de machine moet
worden onderhouden. Na ong. 8 uren gebruik, stopt de
motor automatisch.
symboolmodus,
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
• Controleer altijd of het gereedschap is uitgeschakeld
en de stekker uit het stopcontact is getrokken alvorens
enige werk aan het gereedschap uit te voeren.
Zijhandgreep (zie afb. 10)
LET OP:
• Gebruik de zijhandgreep alleen bij kappen, afkappen of
afbreken. Gebruik hem niet om te boren in beton,
metselwerk, enz. De machine kan tijdens het boren niet
correct worden vastgehouden bij de zijhandgreep.
De zijhandgreep kan over 360° om de verticale as worden
verdraaid in om het even welke gewenste stand. Verder
zijn er ook acht verschillende standen naar voor en naar
achter op de horizontale. Los de klemmoer om de
handgreep in de gewenste stand te brengen. Draai
daarna de klemmoer stevig terug aan (zie afb. 11).
Zijgreep (zie afb. 12)
LET OP:
• Gebruik altijd de zijgreep om veilig te werken bij het
boren in beton, metselwerk, enz.
De zijhandgreep kan worden gedraaid en op iedere
zijkant worden gemonteerd zodat het gereedschap
eenvoudig kan worden gehanteerd vanuit iedere positie.
Draai de zijhandgreep los door deze linksom te draaien,
verdraai deze naar de gewenste positie en zet hem weer
vast door hem rechtsom te draaien.
De bit aanbrengen en verwijderen (zie
afb. 13)
Reinig de bitschacht en smeer er bitvet op alvorens de bit
te installeren.
Steek de bit in het gereedschap. Draai het boortje en duw
hem naar binnen tot hij vergrendelt. (zie afb. 14)
Als de bit niet naar binnen kan worden geduwd, haalt u de
bit eruit. Trek het verwisselring enkel keren omlaag. Steek
de bit daarna opnieuw naar binnen. Draai de bit en duw
hem naar binnen tot hij vergrendelt.
Controleer na het aanbrengen altijd of de bit stevig in het
gereedschap is bevestigd door te proberen het eruit te
trekken.
Om de bit te verwijderen, trekt u de verwisselring
helemaal omlaag en vervolgens de bit eruit. (zie afb. 15)
Bithoek (bij kappen, bikken of slopen) (zie
afb. 16 en 17)
De bit kan onder 12 verschillende hoeken worden
vastgezet. Om de bithoek te veranderen, drukt u de
vastzetknop in en draait u de omschakelknop naar het
symbool.
Draai de bit naar de gewenste hoek.
Druk op de vergrendelknop en draai de instelhefboom zo
dat de indicatie naar het
daarna of de bit stevig op zijn plaats vastzit door deze iets
te verdraaien (zie afb. 18 en 19).
Diepteaanslag (zie afb. 20)
De diepteaanslag is handig voor het boren van gaten van
gelijke diepte. Los de klemschroef en stel de
symbool wijst. Controleer
29