niet anderszins worden gewijzigd. (Afb. 2)
• De gekozen verwarmingskabel mag niet meer dan 600 mm korter of langer dan het te verwarmen buisge-
deelte zijn. Een overstekend deel wordt aan het einde met een minimale afstand van 50 mm rond de buis
gewikkeld. (Afb. 8)
• Elke poging tot een fysieke wijziging van de kabel resulteert in het vervallen van de garantie. U kunt de
kabel niet (laten) repareren als deze werd afgesneden.
• In combinatie met het apparaat mag geen verlengkabel worden gebruikt.
• De verwarmingskabel mag op geen enkele plek zichzelf of een andere verwarmingskabel raken. (Afb. 3)
• De thermostaat moet op de koudste plek zonder direct zonlicht worden geplaatst. De thermostaat mag
niet permanent in water liggen. De aansluitkabel mag niet in water liggen en niet worden blootgesteld
aan direct zonlicht. Fixeer de verwarmingskabel niet met tape waarvan de lijm agressief is.
• Beschadigingen van de verwarmingskabel door scherpe randen moeten worden voorkomen. (Randbe-
scherming gebruiken.)
• De stekker mag alleen in droge ruimten worden aangesloten.
• De verwarmingskabel mag niet verdraaid worden geplaatst.
• Plaats de verwarmingskabel niet langs verwarmde, hete of apart verwarmde gebouwdelen (bijv. schoor-
steen, hete buisleidingen).
• Installeer de verwarmingskabel nooit in muren, vloeren of plafonds.
• Op de kabel en zijn verbindingen met de thermostaat en netkabel mag geen trek- en drukbelasting en
torsiebelasting inwerken. Het systeem mag nooit met geweld worden gescheiden, geopend of beschadigd,
omdat hierdoor de werking van het apparaat kan worden belemmerd en de garantie vervalt. De bescher-
mingsklasse IP X7 (waterdicht) is zodoende eveneens niet meer gegarandeerd.
• Buizen, beschermbuizen en ommantelingen van metaal moeten om veiligheidsredenen voor de plaatsing
worden geaard. Voor aanvang van de installatie moet u controleren of alle metalen onderdelen geaard
zijn. De complete installatie moet op continuïteit worden gecontroleerd en eventueel moeten aanvullende
aardingsaansluitingen worden aangelegd.
• Bevestig dezelfde verwarmingskabel niet aan verschillende buisleidingen. Dit kan tot oververhitting van de
verwarmingskabel en tot een brand of elektrische schok leiden.
• Bevestig de verwarmingskabel nooit aan een kunststof buis, tenzij gewaarborgd is dat de buis altijd met
water is gevuld.
• Als de verwarmingskabel voor het vorstvrij houden voor een kunststof waterleiding moet worden gebruikt,
moet de kunststof waterleiding voor de montage compleet met een aluminium tape (Kerbl-artikelnummer:
222809) worden omwikkeld en mag alleen voor temperatuurbestendige, voor heet water goedgekeurde
kunststof waterleidingen worden ingezet. (Afb. 5)
• De verwarmingskabel en het volledige apparaat zijn onderhoudsvrij, maar moeten toch regelmatig, mi-
nimaal een keer per jaar, aan een visuele controle worden onderworpen. Bij zichtbare beschadigingen of
slijtage (scheuren, sneden, deformaties, broosheid, verkoolde plekken of verkleuringen) van de isolatie
moet de complete verwarmingskabel worden vervangen.
• Voor de visuele inspectie moet de verwarmingskabel van het lichtnet worden losgekoppeld.
• Als de veiligheidsschakelaar (FI) van de verwarmingskabel werd geactiveerd, mag de schakelaar zolang
niet worden teruggezet totdat de oorzaak bekend is en het complete apparaat en de installatie door een
elektricien op eventuele beschadigingen of slijtage werd gecontroleerd.
• De verwarmingskabel mag bij buitentemperaturen van < +5 °C niet worden gemonteerd.
• Als de verwarmingskabel (op grond van kou) stijf is, dan moet de verwarmingskabel worden afgewikkeld en
enkele minuten worden aangesloten totdat het warm en buigzaam is, voordat het kan worden geïnstalleerd.
• De verwarmingskabel mag niet op de stroomvoorziening worden aangesloten zolang het nog opgewikkeld
is. (Afb. 4)
• De verwarmingskabel en de netkabel moeten tegen beschadigingen en slijtage, bijv. door bijtende dieren,
ijs, ijspegels, mechanische belasting enz. worden beschermd.
34