Cirkels frezen met een straal tussen 70 mm en 121 mm
► Fig.49: 1. Middengat
Cirkels frezen met een straal tussen 121 mm en 221 mm
► Fig.50: 1. Middengat
OPMERKING: Cirkels met een straal tussen 172 mm
en 186 mm kunnen niet worden gefreesd met behulp
van deze geleider.
Lijn het middengat in de langsgeleider uit met het mid-
den van de te frezen cirkel. Sla een spijker met een
diameter van minder dan 6 mm in het middengat om de
langsgeleider vast te zetten. Draai met het gereedschap
rechtsom rond de spijker.
► Fig.51: 1. Spijker 2. Middengat
De malgeleider gebruiken
Met de malgeleider is het mogelijk om met behulp van
een mal herhaaldelijk een malpatroon te frezen.
1.
Draai de schroeven van de voetplaat los en verwij-
der daarna de voetplaat vanaf de kantenfreesvoet.
2.
Plaats de malgeleider op de voet van het gereed-
schap en bevestig daarna de voetplaat door de schroe-
ven vast te draaien.
► Fig.52: 1. Voetplaat 2. Malgeleider
3.
Plaats het gereedschap op de mal en beweeg het gereed-
schap zodat de malgeleider langs de zijkant van de mal glijdt.
► Fig.53
OPMERKING: De daadwerkelijk gefreesde grootte
op het werkstuk verschilt iets van de grootte van de
mal. Het verschil is de afstand (X) tussen het kan-
tenfreesbit en de buitenrand van de malgeleider. De
afstand (X) kan worden berekend met behulp van de
volgende vergelijking:
Afstand (X) = (buitendiameter van de malgeleider -
diameter van het kantenfreesbit) / 2
► Fig.54: 1. Kantenfreesbit 2. Malgeleider 3. Afstand
(X) 4. Buitendiameter van malgeleider
5. Mal 6. Werkstuk
De trimgeleider gebruiken
Optioneel accessoire
Met de trimgeleider is het mogelijk om de gebogen zij-
kant, zoals bij meubels, te frezen door het geleiderwiel
langs de zijkant van het werkstuk te bewegen.
► Fig.55
1.
Draai de klemschroef los, breng vervolgens
de trimgeleider aan op de kantenfreesvoet, en draai
daarna de klemschroef vast.
► Fig.56: 1. Klemschroef
2.
Draai de klemschroef los en stel de afstand in tussen
het kantenfreesbit en de trimgeleider door de stelschroef
te draaien (1 mm per omwenteling). Draai op de gewenste
afstand de klemschroef vast om de trimgeleider vast te zetten.
► Fig.57: 1. Stelschroef 2. Klemschroef
3.
Beweeg het gereedschap zodanig dat het gelei-
derwiel langs de zijkant van het werkstuk rolt.
► Fig.58: 1. Werkstuk 2. Kantenfreesbit
3. Geleiderwiel
Het gereedschap gebruiken met de
verstelbare freesvoet
De verstelbare freesvoet wordt gebruikt voor het trimmen van
de randen van laminaatplaten en soortgelijke materialen.
De verstelbare freesvoet is handig om schuine kanten
te frezen. Draai de vleugelschroeven los, kantel ver-
volgens het gereedschap onder de gewenste hoek, en
draai daarna de vleugelschroeven vast.
Klem een rechte lat stevig op het werkstuk en gebruik deze als
een geleider om de voet van de verstelbare freesvoet langs te
bewegen. Beweeg het gereedschap in de richting van de pijl.
► Fig.59: 1. Vleugelschroef
De verstelbare freesvoetplaat
gebruiken met de kantenfreesvoet
Om de kantenfreesvoet te gebruiken met een vierkante
voetplaat, verwijdert u de voetplaat vanaf de verstel-
bare freesvoet en bevestigt u hem vervolgens op de
kantenfreesvoet.
► Fig.60: 1. Verstelbare freesvoetplaat
2. Kantenfreesvoetplaat
KENNISGEVING:
kantenfreesvoet wanneer u de verstelbare frees-
voetplaat aanbrengt. De schroeven in de verstel-
bare freesvoet zijn korter dan de schroeven in de
kantenfreesvoet.
Het gereedschap gebruiken met de
versprongen freesvoet
De versprongen freesvoet wordt gebruikt voor het trim-
men van de randen van laminaatplaten en soortgelijke
materialen. De versprongen freesvoet is handig bij
werken in een krappe ruimte.
► Fig.61
De kantenfreesvoet gebruiken met
de versprongen freesvoetplaat en
handgreep
De versprongen freesvoetplaat kan voor meer stabiliteit
ook worden gebruikt met een kantenfreesvoet en een
handgreep-hulpstuk (optioneel accessoire).
1.
Draai de schroeven van de versprongen frees-
voetplaat los en verwijder daarna de versprongen frees-
voetplaat vanaf de versprongen freesvoet.
► Fig.62: 1. Versprongen freesvoetplaat
2. Kantenfreesvoetplaat
2.
Bevestig de versprongen freesvoetplaat aan de
kantenfreesvoet door de schroeven vast te draaien.
3.
Bevestig het handgreep-hulpstuk en de rechte
handgreep op de versprongen freesvoetplaat door de
schroeven vast te draaien.
► Fig.63: 1. Rechte handgreep
2. Handgreep-hulpstuk
In plaats van de rechte handgreep kan de knophand-
greep, die vanaf de invalfreesvoet is verwijderd, worden
bevestigd op versprongen freesvoet.
► Fig.64: 1. Schroef 2. Knophandgreep
92 NEDERLANDS
Gebruik schroeven in de