5.
Bedieningsinstructies
•
Zorg ervoor dat de slang zorgvuldig aan de tank en de lans bevestigd is en dat de wartels
stevig aangedraaid zijn.
Controleer of de vloeistof die u wilt gebruiken geschikt is (zie sectie "Het gebruik van
•
chemicaliën").
•
Vul de tank met de gewenste hoeveelheid, maar niet meer dan de maximale vulstreep.
•
Draai de pomp stevig vast in de tank, zodat er een luchtdichte afsluiting ontstaat.
•
Controleer handmatig of het ontluchtingsventiel goed functioneert door de blauwe knop uit
te trekken.
•
Ontgrendel de pomphendel door deze in te drukken en linksom te draaien.
•
Pomp om druk in de tank op te bouwen.
•
Wanneer de juiste druk bereikt is, zal het ontluchtingsventiel in werking treden om de
overtollige lucht te laten ontsnappen.
•
De container staat nu onder voldoende druk, verder pompen is overbodig.
Bediening knijpkraan
•
Het knijpkraanmechanisme kan handmatig of met vergrendeling bediend worden.
Handmatig
•
Druk de knijpkraan in om te spuiten en laat los om met spuiten te stoppen.
Met vergrendeling
•
Schuif de ingedrukte knijpkraan met de duim naar voren om deze te vergrendelen.
•
De drukspuit zal nu continu spuiten zonder dat de knijpkraan ingedrukt hoeft te worden.
•
Ontgrendel de knijpkraan door deze in te drukken en iets naar achteren te trekken. Laat de
knijpkraan los om met spuiten te stoppen.
•
Richt de sproeikop op een testoppervlak, druk de knijpkraan in en draai aan de sproeikop
om het gewenste sproeipatroon in te stellen van fijne nevel tot straal.
•
Schroef de sproeikop niet te vast, anders lekt het aan de achterkant van de sproeikop.
•
Als de sproeikop blijft spuiten of druppelen als de knijpkraan is losgelaten dan komt dit
doordat er lucht in de lans, handvat of slang zit.
•
Maak het systeem leeg door de sproeikop op straal in te stellen en de knijpkraan aan en uit
te zetten totdat er geen vloeistof meer uitkomt.
•
Bewaar overgebleven chemicaliën in een aparte tank voor later gebruik.
•
Af en toe even pompen is voldoende om te blijven spuiten.
•
Laat, na gebruik en voordat u de drukspuit opbergt, alle lucht ontsnappen door aan de
blauwe knop van het ontluchtingsventiel te trekken.
•
Als de drukspuit is gebruikt in combinatie met chemicaliën verwijder dan na gebruik
voorzichtig alle ongebruikte oplossing.
•
Vul de tank met wat reinigingsmiddel en warm water (niet heet).
•
Zet de drukspuit weer in elkaar en verspuit de inhoud.
•
Herhaal dit met schoon, koud water.
•
Controleer of er geen aanslag in de sproeikop zit.
•
Herhaal deze handelingen tot de drukspuit proper is.
V. 01 – 18/10/2021
DT20008N
10
©Velleman Group nv