Klimaatklassen
Installeer het toestel enkel op een plaats waar de omgevingstemperatuur overeenkomt met de
klimaatklasse waarvoor het toestel werd ontworpen (zie tabel hieronder).
De klimaatklasse staat op het kenplaatje op de buitenkant van het toestel.
De tabel hieronder geeft de juiste kamertemperatuur voor elke klimaatklasse weer:
Uw koelkast is van de klasse "N/ST/T". Onder en boven de aangeduide waarden van de
omgevingstemperatuur, kunnen de prestaties van uw toestel worden aangetast met het risico dat
voedingswaren kunnen vervallen.
Voldoende ventilatie
Let erop dat de lucht altijd vrij rond het toestel kan circuleren.
•
Zorg er om een goede werking te garanderen van uw toestel voor dat de ventilatieopeningen vrij
•
blijven en laat minstens 20 cm boven, 10 cm aan de achterkant en 2 cm aan weerszijden van
het toestel vrij.
Indien uw toestel naast een andere koelkast of een diepvriezer dient te worden geplaatst, let
•
er dan op dat de twee toestellen niet vlak naast elkaar staan om condensatievorming aan de
buitenkant te vermijden.
Waterpas zetten
Opdat het toestel zonder trillingen werkt, moet het
waterpas worden gezet. Verstel hiervoor de twee in
de hoogte verstelbare poten vooraan om het toestel
perfect waterpas te zetten.
gebruik
Inschakeling
Alvorens het toestel voor het eerst in te schakelen, laat het toestel 2 uur rusten, zodat
•
het koelgas kan stabiliseren in de compressor. Het niet-naleven van deze termijn kan de
compressor beschadigen.
Sluit het toestel aan op een geaard stopcontact.
•
54
Klimaatklassen
SN
N
ST
T
Omgevingstemperatuur
Van +10 tot +32°C
Van +16 tot +32°C
Van +16 tot +38°C
Van +16 tot +43°C