BE
FUNCTIETOETSEN
1. Toets
Deze dient om de airconditioner aan
en uit te zetten. Het led-lichtje op de
interne eenheid begint te branden zo-
dra de eenheid wordt ingeschakeld.
2. Toets FAN
Wordt gebruikt voor het selecteren
van de snelheid van de ventilator, vol-
gens deze structuur:
(AUTOMATISCH)
HIGH (HOOG)
MED (MIDDELMATIG)
LOW (LAAG)
3. Toets MODE *
Druk op deze toets om de bedrijfs-
modus kiezen volgens deze struc-
tuur:
(KOELING)
(ONTVOCHTIGING)
(VENTILATIE)
(VERWARMING)
▲
4. Toets
en Toets
Deze wordt gebruikt om de gewenste
temperatuur in te stellen tussen 18°C
en 32°C. De temperatuur gaat om-
hoog of omlaag door respectivelijk op
▲
de toetsen
of
5. Toets TURBO
Activeert of deactiveert de snelle koe-
ling/verwarming. De snelle koeling
doet zich voor wanneer de ventilator op
hoge snelheid draait bij een automa-
tisch ingestelde temperatuur op 18°C.
De snelle verwarming doet zich voor
wanneer de ventilator op hoge snelheid
draait bij een automatisch ingestelde
temperatuur op 32°C.
82
▼
▼
te drukken.
1.
2.
FAN
6.
TIMER ON
CLOCK
10.
SLEEP
AUTO
11.
SWING
9.
FOLLOW
(*) Als de modus tijdens de werking
wordt veranderd, zal de eenheid mo-
gelijk niet meteen reageren. Wacht 3
minuten.
Tijdens de werking in verwarmings-
modus wordt de luchtstroom niet
meteen afgevoerd. Dat gebeurt pas
na 2-5 minuten, wanneer de tempe-
ratuur van de interne warmtewisse-
laar is gestegen.
4.
MODE
3.
7.
TIMER OFF
5.
TURBO
12.
SILENCE
8.
LED
13.