BE
(VENTILATIE)
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbedie-
ning.
Druk op de toets MODE om de bedrijfsmodus
VENTILATIE te selecteren: op het display ver-
schijnt het symbool "
Met deze functie kan men de lucht in de kamer
laten circuleren. Druk op de toets FAN om de
snelheid van de ventilator te selecteren; u kunt
kiezen uit hoog, middelmatig en laag.
(KOELING)
Druk op de toets ON-OFF op de afstandsbedie-
ning.
Druk op de toets MODE om de bedrijfsmodus
KOELING te selecteren: op het display verschijnt
het symbool "
".
In deze bedrijfsmodus koelt de airconditioner het
lokaal en reduceert tegelijkertijd de luchtvoch-
tigheid.
Stel met de toetsen
nentemperatuur in.
Bijvoorbeeld: als er in het vertrek een tempera-
tuur van 28°C heerst, dan moet men, om de com-
pressor te laten starten en beginnen met afkoe-
len, een temperatuur lager dan 27°C instellen.
Druk op de toets FAN om de snelheid van de ven-
tilator te selecteren; u kunt kiezen uit automa-
tisch, hoog, middelmatig en laag.
(FOLLOW ME)
Druk op de toets FOLLOW om deze functie te ac-
tiveren.
Op het display verschijnt het symbool "
De werking van de airconditioner is nu afhanke-
lijk van de sensor van de afstandsbediening, die
de effectieve temperatuur waarneemt van de
omgeving waarin hij zich bevindt. Om deze func-
tie te deactiveren, drukt u nogmaals op de toets
FOLLOW.
86
".
▲
▼
of
de gewenste bin-
".