4.3 HEPA-filter vervangen
11
12
13
14
56
1. Controleer of de stekker uit het stopcontact is getrokken.
2. Druk op de ontgrendelingstoetsen van de frontafscherming
(afb. 11).
Haal de frontafscherming er voorzichtig af (afb. 11).
3. Trek het carbonfilter van het HEPA-filter (afb. 8).
AANWIJZING:
Als u het carbonfilter niet ook tegelijk wilt vervangen, onthoud
dan welke zijde naar het HEPA-filter gericht was. Dat is belangrijk
om ervoor te zorgen dat er na het opnieuw aanbrengen nog
steeds geen vuil in het HEPA-filter komt.
4. Trek het verbruikte HEPA-filter (afb. 12) uit de console.
OPGELET:
Het HEPA-filter kan niet gereinigd worden. Het kan altijd alleen
vervangen worden (zie voor bestelgegevens
„Lijst van toebehoren en reserveonderdelen").
AANWIJZING:
Het verbruikte filter kunt u samen met het gewone huisvuil weg-
gooien.
5. Pak het nieuwe HEPA-filter uit.
6. Zet het nieuwe HEPA-filter in de console.
AANWIJZING:
Let erop dat de "TOP"-markering (afb. 13/"TOP") op het HEPA-fil-
ter naar boven en de pijlpunt (afb. 13/pijl) naar de binnenzijde
van het apparaat wijst.
7. Breng het carbonfilter weer op de klittenbandsluitingen van het
HEPA-filter aan (afb. 8). Als u geen nieuw carbonfilter plaatst,
let er dan op dat de zijde van het carbonfilter die eerder aan de
binnenkant lag ook nu aan de binnenkant ligt.
8. Plaats de frontafscherming eerst in de uitsparingen in de stand-
voeten van het apparaat (afb. 13/pijlen).
9. Klap de frontafscherming dan dicht (afb. 14), tot de ontgrende-
lingstoetsen hoorbaar en zichtbaar vastklikken.
hoofdstuk 5.3,