Hoek aan het apparaat monteren
De meegeleverde hoeken aan de zijkant aan het
▶
apparaat monteren.
→ Fig.
8
Apparaat onderbouwen
Vereiste: De montage van de hoeken is niet moge-
lijk.
Het apparaat onderbouwen.
▶
→ Fig.
9
Apparaat monteren
Het apparaat in de uitsparing plaatsen.
1.
→ Fig.
10
Het apparaat staat op rubberen voeten. Een be-
vestiging met de vloer is niet nodig.
Stel het apparaat horizontaal.
2.
De geurfilters uitpakken en plaatsen.
3.
→ Fig.
11
De filterafdekkingen vastschroeven.
4.
→ Fig.
12
Het aansluitstuk aan het apparaat bevestigen.
5.
De afdichting aan het aansluitstuk vastplakken.
6.
→ Fig.
13
De buizen naar de werkbladafzuiging plaatsen en
7.
passend afdichten.
De afvoerpijp aan het aansluitstuk bevestigen en
8.
op passende wijze afdichten.
Apparaat aansluiten
WAARSCHUWING ‒ Kans op elektrische
schok!
Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaar-
lijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonder-
▶
delen of warmtebronnen in contact brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of
▶
randen in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veran-
▶
deren.
Verbindt de ventilatormodule en de ventilator met
1.
de stuurkabel.
→ Fig.
14
Zorg ervoor dat de steekverbindingen tussen de
2.
inbouwunit en de ventilator vastklikken.
Steek de stekker van de ventilatormodule in het
3.
stopcontact.
→ Fig.
15
Werking controleren
Controleer de werking van het apparaat.
1.
Controleer wanneer het apparaat niet werkt de
2.
steekverbindingen van de stuurstroomkabel.
Aansluitingen X1 en X2 zijn identiek.
Apparaat demonteren
WAARSCHUWING ‒ Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen in het toestel kunnen scherpe
randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
▶
Haal de stekker van het apparaat uit het stopcon-
1.
tact.
Ontkoppel de stuurstroomkabel.
2.
Ontkoppel de afvoerlucht-aansluitingen.
3.
Trek het apparaat er uit.
4.
Geurfilter vervangen
De geurfilters minstens een keer per jaar vervan-
1.
gen.
→ Fig.
16
44
De filterafdekkingen aan de voorkant van het ap-
2.
paraat of de achterkant van het apparaat af-
schroeven.
→ Fig.
17
De geurfilters verwijderen en afvoeren.
3.
De geurfilters verwijderen.
4.
→ Fig.
18
De geurfilters afvoeren.
5.
→ Fig.
19
De nieuwe geurfilters uit de verpakking nemen.
6.
Plaats de nieuwe geurfilters.
7.
→ Fig.
11
De filterafdekkingen bevestigen.
8.
→ Fig.
12
Gebruik in een netwerk
Het is mogelijk meerdere apparaten met elkaar te
verbinden. De verlichting en de ventilator van maxi-
maal 20 apparaten worden synchroon bediend.
Een gekwalificeerde vakman moet de werking van
de installatie bij de eerste installatie controleren.
De totale lengte van alle netwerkkabels mag maxi-
maal 40 m bedragen.
De uitval van een apparaat door een spanningson-
derbreking of loskoppelen van een netwerkkabel
blokkeert de ventilatiefunctie van het gehele systeem
en alle knoppen op het apparaat knipperen.
Bij een wijziging van de configuratie moet een vak-
kracht de installatie opnieuw initialiseren.
Apparaten in een netwerk opnemen
Vereiste: Een gekwalificeerde vakkracht neemt de
apparaten op in een netwerk.
De apparaten via de aansluitingen X1 en X2 seri-
1.
eel verbinden.
X1 en X2 zijn gelijkwaardig.
De apparaten kunnen in een willekeurige volgorde
met elkaar worden verbonden.
Zijn de bijgevoegde netwerkkabels te kort, gebruik
2.
dan een gangbare netwerkkabel, minstens Cat 5,
afgeschermd.
Initialiseer de installatie opnieuw
Vereiste: Een gekwalificeerde vakkracht voert de in-
stallatie en het testen uit.
Schroef de afdekplaat los.
1.
→ Fig.
20
Druk de resetknop net zolang in totdat beide
2.
LED's permanent branden.
Druk de resetknop ca. 5 s in.
‒
Laat de resetknop binnen 5 s los.
‒
→ Fig.
21
Schroef de afdekplaat vast.
3.
Controleer de werking van de installatie.
4.
no
Generelle merknader
Oppbevar veiledningen og produkt-
¡
informasjonen for senere bruk eller for en
senere eier.
Sikkerheten under bruken er kun garan-
¡
tert dersom monteringen foretas forskrifts-
messig i henhold til monteringsanvisnin-
gen. Installatøren er ansvarlig for at ap-
paratet fungerer som det skal på opp-
stillingsstedet.