6.1 De operator moet alle waarschuwingen en instructies lezen in dit document en op de pallettruck
alvorens deze te gebruiken
6.2 Bedien een handpallettruck alleen als u bekend bent met, getraind bent in en bevoegd bent voor
het gebruik hiervan.
6.3 Bedien een handpallettruck alleen nadat u de staat ervan hebt gecontroleerd. Besteed speciale
aandacht aan de wielen (ond.nr. 26, ond.nr. 71), de handgreep, de vork, de nok (ond.nr. 17), enz.
6.4 Gebruik de pallettruck niet op een oneffen of hellende ondergrond. Gebruik de pallettruck niet
op hellingen.
6.5 De pallettruck mag alleen worden gebruikt in voldoende verlichte omgevingen. De lichtsterkte
moet minimaal 50 lux bedragen.
6.6 Draai de handgreep nooit 90 graden om de pallettruck te stoppen terwijl deze rijdt.
6.7 Het is verboden de handpallettruck te gebruiken voor het vervoer van personen.
6.8 Het is niet toegestaan de pallettruck te gebruiken als krik.
6.9 Het is niet toegestaan de vork van de pallettruck te gebruiken als hefboom voor het heffen van
ladingen.
6.10 Laad nooit zoals weergegeven in afbeelding 3.B.
6.11 Overschrijd nooit het maximale hefvermogen.
6.12 Het is niet toegestaan de pallettruck te gebruiken onder risicovolle omstandigheden.
6.13 Het is niet toegestaan de pallettruck in direct contact te brengen met voedingsmiddelen.
6.14 Het is niet toegestaan de pallettruck te gebruiken in een explosieve atmosfeer.
6.15 De operator moet veiligheidsschoenen en handschoenen dragen.
6.16 Tijdens het transporteren van goederen moet iedereen behalve de operators op een afstand van
minimaal 600 mm blijven.
6.17 Bij onderhoudswerkzaamheden is het niet toegestaan onderdelen te verspreiden.
6.18 Als de omstandigheden of omgeving uitzonderlijk zijn, moet de operator alle relevante risicoana-
lyses en methodeverantwoordingen in orde maken alvorens te werken met de pallettruck.
6.19 Het is verboden de pallettruck te gebruiken als er een risico is dat de pallettruck of lading kan
vallen, bijvoorbeeld van onbeveiligde laadperrons.
Art.nr.
Probleem
De vork bereikt niet de
1
maximale hoogte
De vork kan niet worden
2
geheven
De vork kan niet worden
3
neergelaten
Oorzaak
Te weinig hydraulische olie
- Geen hydraulische olie aanwezig
- De olie is verontreinigd
- De moer (ond.nr. 59) is te hoog
geplaatst, waardoor de pompklep
open wordt gehouden.
- Er is lucht aanwezig in de hydrau-
lische olie.
- De plunjerstang (ond.nr. 9) of het
pomphuis (ond.nr. 15) is vervormd
door gedeeltelijke lading aan één
kant of overbelasting.
- De vork heeft langdurig in de
hoogste stand gestaan waardoor
de plunjerstang is geroest en vast-
gelopen.
- De afstelling van de moer (ond.nr.
59) is onjuist
20
Oplossing(en)
Vul olie bij
- Ververs de olie
- Stel de moer (ond.nr.59) af
(zie punt 3.4)
- Ontlucht het systeem (zie
punt 5.2)
- Vervang de plunjerstang
(ond.nr. 9) of het pomphuis
(ond.nr. 15)
- Zet de vork in de laagste
stand als de machine niet
wordt gebruikt, en besteed
meer aandacht aan de sme-
ring van de stang.
- Stel de moer (ond.nr.59) af
(zie punt 3.3)