Opbouw van de
veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR !
Aard en bron van het gevaar!
 Gevolgen bij veronachtzaming.
¾ Maatregelen voor het
voorkomen van gevaar.
Zelfbescherming en bescherming
van andere personen
Personen onder de 18 jaar mogen niet met
■
het apparaat werken. Uitzondering hierop zijn
onder toezicht werkende jongeren boven de
16 jaar, die in opleiding zijn.
Wees alert en ga verstandig te werk.
■
Draag altijd een geschikte persoonlijke
■
veiligheidsuitrusting (geschikte veiligheidsbril,
geschikte veiligheidshandschoenen).
Draag een speciaal zuurstoffilter/-masker.
■
Draag speciale kleding om het lichaam te
■
beschermen tegen contact met giftige dampen,
oplosmiddelen of de te verwerken producten.
 Bij sommige lak, die organisch oplosmiddel
bevatten, kan er op grond van de daarvan
uitgaande giftige damp, vergiftiging ontstaan.
¾ Lees voor het gebruik in ieder geval de
technische gegevens van de tegebruiken
materialen.
¾ Het dragen van persoonlijke
veiligheidsuitrusting vermindert het risico op
letsel.
Richt het apparaat nooit op een lichaamsdeel,
■
uzelf of andere personen.
Veiligheid op de werkplek
Bij de keuze en voor het gebruik van het te
■
verwerken materiaal, aan de hand van het
bijbehorende veiligheidsblad controleren, dat
het overeenkomt met de werkomgeving en de
individuele beveiligingen.
Verfapparaat altijd naar behoren aarden.
■
Houd het apparaat uit de buurt van kinderen
■
en laat het nooit onbeheerd achter.
Voor alle werkzaamheden aan het apparaat,
■
in werkpauzes alsook bij niet gebruiken, de
persluchttoevoer onderbreken.
Veiligheidsaanwijzingen
Brand- of explosiegevaar
■
 Dergelijke middelen kunnen corrosie veroorza-
■
■
■
■
■
Bijzondere veiligheidsaanwijzingen
■
■
■
 Het is mogelijk dat stoornissen, zoals breuken,
¾ Gebruik het apparaat in dit geval niet,
Gebruik geen oplossingsmiddel en/of reini-
gingsmiddel op basis van gehalogeneerde
koolstoffen (ethyltrichlorid, methyleenchloride,
enz.).
ken op verzinkte onderdelen, die explosieve
chemische reacties kunnen veroorzaken.
Gebruik geen brandbare vloeistoffen.
Vermijd open vuur en vonken.
Overschrijd de maximale bedrijfsdruk van 8
bar nooit!
Gebruik het apparaat uitsluitend in goed
geventileerde ruimtes.
Gebruik het apparaat niet in de buurt van
explosiegevaarlijke zones zoals bedoeld in de
ATEX-richtlijn 94/9/EG.
Controleer voor aanvang van de werkzaam-
heden de juiste werking, volledigheid en
functionele betrouwbaarheid van het apparaat.
Gebruik geen defect apparaat!
Gebruik het aparaat niet, wanneer de onberis-
pelijke toestand door een stoot of val mogelijk
beïnvloed is. Dit geldt in het bijzonder voor
permanent belaste delen, verstelbare delen of
delen onder druk.
scheuren en dergelijke verschijnselen niet
direct zichtbaar zijn.
zonder deze voor nieuw gebruik opnieuw
te controleren en te testen. Bij twijfel contact
opnemen met de dealer, voordat het apparaat
verder gebruik wordt.
37