Tip 1: Tussen beide markeringen in ligt het midden van het
metalen object. Door de hoge meetgevoeligheid verschijnen
dikke metaalobjecten breder dan deze in werkelijkheid zijn.
Beweeg het apparaat daarom opnieuw over het gevonden
meetobject, zie grafiek B. Het apparaat kalibreert hierbij
automatisch. De handmatige kalibratie dient in de buurt
van de als laatste gevonden positie te worden uitgevoerd,
zie grafiek C. Herhaal deze werkstappen zo nodig.
Tip 2: De uitgangspositie is belangrijk: plaats het apparaat
op een punt waarachter zich géén metaal bevindt.
Tip 3: Bij veeleisende toepassingen, bijv. bij geribbeld staal,
tast u het oppervlak zowel horizontal als verticaal af.
Tip 4: Bovendien kunnen eventueel flexibele vloer- en
wandverwarmingsbuizen worden herkend die een metaalfolie
bevatten en dicht onder het oppervlak liggen. Test deze
functie op plekken waar u het verloop van de buis kent.
Opmerking: Bij objecten die zich zeer diep in de wand
bevinden kan het gebeuren dat geen volledige uitslag
aangegeven wordt.
7
AC-SCAN-METING
Lokaliseren van spanningvoerende
leidingen direct onder pleisterwerk resp.
houtpanelen en andere niet-metalen
bekistingen. Spanningvoerende leidingen
in droogbouwmuren met metalen
regelwerk worden niet gedetecteerd.
– Selecteer AC-SCAN (toets e).
– MOVE: beweeg het apparaat langzaam over het oppervlak.
32
NL