Aan de slag
Stap 1
Sluit de voedingskabel
aan op een
stopcontact.
Stap 3
Druk op de
ventilatorsnelheidsknop
om de ventilatorsnelheid
in te stellen.
Aan/uit en de ventilatorsnelheidsregeling
Beschikbare instellingen: Automatisch, nacht, laag, gemiddeld, boost en uit.
De indicatorlampjes op de tiptoets geven de geselecteerde ventilatorsnelheid aan.
Autostart
De functie Autostart start de luchtreiniger automatisch opnieuw op op de als laatste
ingestelde snelheid als de eenheid losgekoppeld is geweest, als deze wordt gebruikt met
een timer voor de voedingsschakelaar of nadat er een stroomstoring is geweest.
Automatische modus
In de Automatische modus regelt de luchtreiniger automatisch de luchtstroom op basis van
informatie van de sensor over de luchtkwaliteit.
Stap 2
Druk op de aan-/
uitknop om de
luchtreiniger aan te
zetten.
1
2
A
3
88
1
2
A
3