5. Vóór inbedrijfstelling
De gazonmaaier wordt gedemonteerd geleverd.
De complete schuifbeugel, de achterste wielen
en de opvangkorf moeten worden gemonteerd
voordat u de gazonmaaier gebruikt. Volg de hand-
leiding stap voor stap en raadpleeg de illustraties
voor een gemakkelijke assemblage.
Montage van de wielen (fi g. 3a, b en 4)
Neem de achterste wielen (fi g. 2, pos. 11) en
steek die op de as zoals getoond in fi g. 3a. Daar-
na schuift u de sluitring (fi g. 2, pos. 23) op de as
en bevestigt u alles met de bijgaande splitpen (fi g.
2, pos. 22) zoals getoond in fi g. 3b. Tenslotte duwt
u de wielkappen (fi g. 2, pos. 10) op de wielen (fi g.
4).
Montage van de schuifbeugel (fi g. 5 tot 10)
Neem eerst de veer (fi g. 2, pos. 16) en de steel-
houder (fi g. 2, pos. 12) en steek die op de as (fi g.
5) die ervoor is voorzien Plaats dan de schuifbeu-
gelhouder (fi g. 2, pos. 3) in de steelhouder (fi g. 2,
pos. 12) en maak hem vast d.m.v. de snelspan-
functie (fi g. 2, pos. 17) (fi g. 6).
De bovenste schuifbeugel (fi g. 1, pos. 2) moet
de schuifbeugelhouder (fi g. 2, pos. 3) op worden
geschoven en bevestigd zoals getoond in fi g. 9.
Daarna de motorkabel op de schuifbeugel (fi g.
10, pos. A) bevestigen m.b.v. de kabelhouders
(fi g. 2, pos. 18). U kunt dan de steelhoogte van
93,5 tot 115,5 cm in 3 stappen kiezen (fi g. 7, pos.
A).
Aanwijzing!
Steelverstelling enkel binnen de gemarkeerde
zone toegestaan.
•
Druk de geleidesteel in de gewenste stand
vast m.b.v. de snelspanfunctie (fig. 7, pos. B).
Waarschuwing!
Aan weerskanten moet altijd dezelfde steelhoogte
worden afgesteld.
•
Richt de kabel met de kabelbevestigings-
klemmen op de geleidesteel uit (fig. 10, pos.
A).
Anl_GE_CM_36_Li_SPK7.indb 89
Anl_GE_CM_36_Li_SPK7.indb 89
NL
Montage van de opvangkorf (zie fi g. 11 tot 13)
Steek eerst het linker behuizingsdeel (fi g. 2, pos.
21) en het rechter behuizingsdeel (fi g. 2, pos. 20)
in elkaar zoals getoond in fi g. 11. Steek dan het
bovenste behuizingsdeel (fi g. 2, pos. 19) op de
reeds gemonteerde helften (fi g. 12). Bij het vast-
haken van de opvangkorf moet de motor afgezet
zijn en mag het snijmes niet draaien. Uitwerpklep
(fi g. 13, pos. A) met een hand opheff en. Met de
andere hand de opvangkorf aan het handvat vast-
houden en van boven vasthaken (fi g. 13).
Vulniveau-indicator opvanginrichting
De opvanginrichting beschikt over een vulniveau-
indicator (fi g. 2, pos. 24). Die wordt geopend door
de luchtstroom die de maaier tijdens de werking
verwekt. Valt de klep tijdens het gras afrijden
dicht, is de opvanginrichting vol en moet worden
geleegd. Voor een perfecte werking van de vul-
niveau-indicator moeten de gaten onder de klep
steeds schoon en doorlatend zijn.
Verstellen van de maaihoogte
Waarschuwing!
Van maaihoogte mag enkel worden veranderd als
de motor afgezet en de netstekker uit het stop-
contact getrokken is.
Voordat u begint te maaien controleert u of het
maaigereedschap niet bot is en of de bevesti-
gingsmiddelen niet beschadigd zijn. Vervang
botte en / of beschadigde maaigereedschappen
om onbalans te voorkomen. Bij deze controle de
motor afzetten en de netstekker uit het stopcon-
tact trekken.
Bij het veranderen van maaihoogte dient u als
volgt te werk te gaan (zie fi g. 14):
1. De hefboom (A) naar buiten drukken.
2. De hefboom (B) naar de gewenste maaihoog-
te brengen.
3. De hefboom (A) loslaten en controleren of hij
in het arrêt goed vastzit.
Afl ezen van de maaihoogte
De maaihoogte kan in 6 trappen van 25 tot 75 mm
worden afgesteld en kan op de schaal (fi g. 14/C)
worden afgelezen.
- 89 -
20.10.14 11:53
20.10.14 11:53