3. Typeplaatje
Afb. 2
Typeplaatje
Pos.
Omschrijving
1
Artikelnummer
2
Typeaanduiding
3
Serienummer
4
Modelnummer
5
Productiecode (jaar/week)
6
Maximale systeemdruk [bar]
7
Productiebedrijf
8
Certificeringsinstantie
9
Markering
10
Totale tankinhoud [l]
11
Effectieve tankinhoud [l]
12
Voordruk [bar]
13
Maximale bedrijfstemperatuur
14
Minimale bedrijfstemperatuur
4. Installatie
Waarschuwing
De installatie en bediening dienen vol-
gens de lokaal geldende voorschriften
en regels van goed vakmanschap
plaats te vinden.
Controleer voorafgaand aan het installeren het vol-
gende:
•
Komen de specificaties van de GT tank overeen
met de bestelling?
•
Zijn alle zichtbare onderdelen intact?
•
Is de maximale systeemdruk lager dan of gelijk
aan de maximale werkdruk voor de GT tank?
Zie het typeplaatje van de tank.
46
4.1 Optillen van de tank
Als de tank hefogen bezit, dan moeten alle hefogen
worden gebruikt.
Juist
Afb. 3
Optillen van de tank
4.2 Locatie
Installeer de GT tank in de persleiding altijd zo dicht
mogelijk bij de pomp.
Installeer de GT tank in een vorstvrije ruimte.
Het moet mogelijk zijn om de GT tank van alle kan-
ten te inspecteren. Het gasvulventiel, de waterafslui-
ter en de afvoer moeten toegankelijk zijn, en het
typeplaatje moet zichtbaar zijn.
Installeer de GT tank zodanig dat het leidingwerk de
tank niet onder spanning zet. Als de kans op trillin-
gen groot is, dan adviseren we om de GT tank zoda-
nig te installeren dat trillingen worden geabsorbeerd.
We adviseren om de volgende stappen te volgen:
1. Til de GT tank op en zet deze op de juiste plaats.
2. Zet de tank waterpas (horizontaal en verticaal).
3. Maak de GT tank vast.
4. Sluit de leidingen en hulpstukken aan.
5. Controleer de voordruk en pas deze (zo nodig)
aan.
6. Start de pomp of toepassing.
Geen extra belasting vanuit het leidingsysteem of
apparatuur is toegestaan.
Onjuist