Truma Mover SX Instrucciones De Uso página 13

Mover SX
De parkeerrem aantrekken
Onderbreking van de accuscheidingsschakelaar

LET OP
Beschadiging van de banden door mano-
euvreren met aangetrokken parkeerrem
Als de parkeerrem van de caravan na het aan-
zetten niet wordt vrijgezet, kunnen de banden
tijdens het manoeuvreren beschadigd raken�
Zet voor het manoeuvreren de parkeerrem
vrij of verwijder de wegrolbeveiliging�
Als u de toetsen loslaat of als het radiosignaal wordt
verstoord of te zwak wordt, blijft de caravan meteen
stilstaan�
Met de draairegelaar en schuifregelaar is nauwkeurige
verplaatsing in alle richtingen mogelijk�
De caravan wordt bij het rijden zonder schokken in be-
weging gezet�
Bij loslaten van de draai- en schuifregelaar resp� als het
draadloze signaal gestoord of te zwak is, wordt de cara-
van meteen gestopt�
Radiografische apparatuur of andere afstandsbedienin-
gen zetten uw manoeuvreersysteem niet in werking�
Na het op gang komen verplaatst het manoeuvreer-
systeem zich met een gelijkmatige snelheid (afhanke-
lijk van de positie van de schuifregelaar)� De snelheid
neemt iets toe op een aflopend resp� neemt af op een
oplopend oppervlak�
Alleen draairegelaar
Op de draairegelaar geeft het symbool van de caravan
de actuele rijrichting (met betrekking tot de caravan)
aan�
Hoe verder de draairegelaar wordt uitgedraaid, hoe
sneller de draaiing op de plaats�
Draaien op de plaats zonder vooruit of achteruit de
bewegen
In wijzerrichting
Afb. 16
Tegen de klok in
60031-00314 ∙ 00 ∙ 08/2022
Afb. 17
Alleen schuifregelaar
Met de schuifregelaar kan zonder schokken vooruit of
achteruit worden gereden en de snelheid traploos wor-
den ingesteld�
De snelheid neemt toe naarmate de schuifregelaar ver-
der uit de nulstand wordt geschoven�
Caravanbeweging vooruit (in de richting van de dissel)
Caravanbeweging achteruit (tegenovergestelde
richting van de dissel)
Afb. 18
Draairegelaar en schuifregelaar
Hoe meer de draairegelaar wordt gedraaid, hoe kleiner
de straal van de gereden bocht�
Door het bedienen van de draai- en schuifregelaar rijdt
het manoeuvreersysteem een bocht, daarbij draaien
de wielen continu, de wielen aan de binnenkant echter
langzamer dan die aan de buitenkant�
Vooruit in een bocht naar rechts:
Bediening
NL 13