Gebruik
Steek de stekker altijd in een geaard stopcontact.
A
E
A
Functies schakelaar
B
Temperatuur instelling hoger
C
Temperatuur instelling lager
D
Aan/uit schakelaar
E
Waterreservoir vol indicatie lampje
Druk op de aan/uit schakelaar (D) , het apparaat schakelt in de volgende modus:
Bij kamertemperaturen van 20°C t/m 23°C schakelt het apparaat automatisch in de ventilatie
functie. Bij een kamertemperatuur boven de 23°C schakelt het apparaat automatisch in de
Koel functie. Het display (G) geeft de temperatuur aan van de ruimte waar de airco is
opgesteld (tussen de 0°C en 50°C).
Koelen
Druk op de aan/uit schakelaar (D) en druk vervolgens op de functie schakelaar (A) en
selecteer de COOL functie, het lampje bij COOL gaat branden. Stel de gewenste temperatuur
in met de temperatuur instellings toetsen, toets B voor de temperatuur omhoog in te stellen en
toets C om de temperatuur omlaag in te stellen.
Op het display verschijnt weer de kamertemperatuur. Indien de ingestelde temperatuur onder
de kamertemperatuur komt, slaat de compressor aan en begint het apparaat met koelen. Het
compressor indicatielampje (J) gaat branden. Indien de gewenste ingestelde temperatuur
bereikt is, blijft de ventilator draaien maar gaat de compressor en het bijbehorende
indicatielampje (J) weer uit. Met de snelheid ventilatie schakelaar (F) selecteert u de gewenste
fan snelheid.
Fan functie
Druk op de aan/uit schakelaar (D) en vervolgens op de functies schakelaar (A) en selecteer de
FAN functie, het lampje bij FAN gaat branden. In de FAN functie koelt het apparaat niet, het
apparaat is nu te gebruiken als ventilator.
G
B
D
8
C
F
Snelheid ventilatie schakelaar
G
Display
H
Timer functie schakelaar
I
Slaap functie schakelaar
J
Compressor indicatie lampje
F
J
I