2.
Schuif de stabilisatiebalk (6, afb. A) in de geleiders aan beide zijden van het
frame (afb. 2).
3.
Schuif het onderstel van de wieg (6, afb. A) in de geleiders aan beide zijden
van het frame (afb. 2).
4.
Breng de veiligheidsgordels (7, fig. A) aan door de geschikte openingen in
de bekleding van het aanschuifbedje (A, afb. 4) en plaats vervolgens de
steunplaat (2, afb. A). Span de banden aan door ze over de bovenkant van
de plaat te bevestigen (B, Afb. 4).
5.
Plaats de matras (afb. 5). De streep op de hoes geeft de maximaal toegestane
hoogte van de in dit product gebruikte matras aan (A, afb. 5).
6.
Het aanchuifbedje is correct gemonteerd (afb. 6).
Hoogte verstellen
Om de hoogte van het aanschuifbed te veranderen zijn twee bewegingen nodig.
1.
Breng het bovenste deel van het hendel voor de hoogteverstelling (1,
afb. 7) omhoog.
2.
Druk de knop op het hendel in.
Nadat de voornoemde is uitgevoerd, de gekozen hoogte nu afstellen terwijl de
stabilisatiebalk met uw voet wordt vastgehouden (afb. 8).
Er zijn vijf hoogtes beschikbaar. Er is ook mogelijk om aan weerszijden verschillende
hoogtes in te stellen. WAARSCHUWING: De maximaal toelaatbare helling van
de bodem is 2 standen. Het hoofdje van het kindje moet altijd aan de kant liggen
die hoger ligt!
Wiegfunctie
Om de wiegfunctie te gebruiken de vergrendelingshendels (1, afb. 9) verschuiven
en vervolgens alle wielen (2, afb. 9) zo omhoog brengen dat ze de grond niet
raken (afb. 9). De correcte vergrendeling van de wielen in de gekozen stand wordt
aangegeven door een klik van het vergrendelingshendel.
Wielvergrendeling
Om de wielen te vergrendelen op de sloten op elk wiel drukken (A, afb. 10). Om
de wielen te ontgrendelen de wielsloten (B, afb. 10) omhoog brengen.
NL
‑ 54 ‑