MAAK UZELF VERTROUWD MET DE INFORMATIE DIE OP DE LCD
VERSCHIJNT
1
2
3
14
10
14
11
14
1.
"PROG" verschijnt tijdens het geprogrammeerd afspelen.
2.
"RANDOM" (willekeurig) verschijnt tijdens afspelen in willekeurige
volgorde.
3.
"INTRO" verschijnt tijdens het afspelen van de intro's.
4.
"MP3" verschijnt wanneer de afspelende disk een MP3 disk is.
5.
"CD" verschijnt wanneer de afspelende disk een CD is.
6.
"REPT" (herhaal) verschijnt tijdens het herhaald afspelen.
7.
"REPT 1" (herhaal 1) verschijnt wanneer een enkele track herhaald wordt
afgespeeld.
8.
"REPT DIR" (herhaal dir) verschijnt wanneer de tracks van een enkel
album herhaald worden afgespeeld (alleeen voor MP3 disks).
9.
"REPT ALL" (herhaal alle) verschijnt wanneer een gehele disk herhaald
wordt afgespeeld.
10. Dit is het huidige albumnummer tijdens het afspelen van MP3.
11. Dit is het nummer van de track die wordt afgespeeld.
12. Dit zijn de verstreken minuten van de track die wordt afgespeeld.
13. Dit zijn de verstreken seconden van de track die wordt afgespeeld.
14. Dit is de statuskolom. Tijdens het afspelen van een MP3 wordt tevens de
afspeelinformatie van de huidige track vertoond.
-
4
5
6
7
8
9
12
14
13
14
25 -
NAAR DE RADIO LUISTEREN
1. Schuif de FUNCTIE-schakelaar op de stand RADIO.
2. Selecteer de gewenste golflengte met de BANDKEUZESCHAKELAAR.
3. Stem af op de gewenste zender door aan de knop voor de
TUNINGREGELING te draaien. (Draai de controleknop heen en weer tot
u de sterkste ontvangst gevonden heeft).
4. De ingebouwde AM-antenne en de externe FM TELESCOPISCHE
ANTENNE zijn directioneel.
Trek voor de ontvangst van een FM-uitzending de TELESCOPISCHE
FM-ANTENNE volledig uit en richt deze tot u een goede ontvangst
verkregen heeft.
Voor de ontvangst van AM-uitzendingen, draait u de volledige eenheid
tot de ontvangst goed is.
5. Regel het volumeniveau op het door u gewenst niveau.
6. Om de radio uit te schakelen, schuift u de FUNCTIESCHAKELAAR op de
TAPE-positie.
Opmerking:
Als een bepaalde FM (STEREO) zender zwak is en u hoort teveel
achtergrondgeluiden, probeer dan om de positie van de
bandkeuzeschakelaar op FM (MONO) te zetten. Dit leidt vaak tot een veel
duidelijkere ontvangst.
Als de bandkeuzeschakelaar ingesteld is op FM STEREO en een stereo-
uitzending ontvangen wordt, zal de FM STEREO-indicator (11) aan de
bovenkant van de eenheid oplichten.
AANSLUITING KOPTELEFOON
Aan de bovenkant van de behuizing is een aansluiting voor een stereo-
koptelefoon (3,5 mm) voorzien, zodat u naar muziek kunt luisteren zonder de
anderen te storen. Om deze aansluiting te gebruiken, plugt u de lage
impedantie koptelefoon/oortelefoon in en past u de VOLUMEREGELING aan,
zodat u een comfortabel luisterniveau verkrijgt.
Opmerking: Als een externe koptelefoon/oortelefoon aangesloten wordt, zal
het geluid van de luidsprekers van de eenheid mute geschakeld worden.
Opgelet: Met de koptelefoon langdurig naar muziek luisteren op een te luid
volume is schadelijk voor het gehoor van de gebruiker.
-
26 -