•
Breng de vloerenzaag naar de gewenste plaats.
De vloerenzaag mag pas naar een andere lokatie worden gebracht als het blad zich in de verticale stand in de beschermkap bev-
indt en de motor is uitgezet. Vervoer de machine nooit als het blad in de horizontale stand staat of als de motor nog draait,ongeacht
de afstand.
•
Controleer of de wateruitlaatklep gesloten is en vul het reservoir vervolgens met schoon water. Voor een continue waterstroom
moet het waterniveau in het reservoir altijd constant worden gehouden.
•
Nadat u de controles in de paragraaf 'Veiligheidscontroles vóór het opstarten' hebt uitgevoerd, kunt u de motor starten.
Het blad moet nu ronddraaien bij stationair toerental. Controleer het blad altijd op trilling en ongebruikelijke geluiden. Hoort u
dergelijke geluiden of merkt u dat het blad trilt,zet de machine dan onmiddellijk uit en raadpleeg de paragraaf Foutopsporing.
•
Zet de gashendel op maximum en laat het blad met behulp van de bedieningshendel langzaam in de snede zakken. Bepaal
met de diepteregelaar de gewenste zaagdiepte.
Duw de machine tijdens het zagen langzaam vooruit.
De loopsnelheid is afhankelijk van de toestand van het te zagen oppervlak.
Ga tijdens het zagen niet in een rechte lijn staan met het blad of de stroom van hete deeltjes.
Laat het blad nooit hard in de snede vallen.
Zeer harde materialen kunnen beter in meerdere gangen worden gezaagd, zodat het blad minder snel slijt.
Duw de zaag nooit hard vooruit ter voorkoming van schade aan het blad.
Zaag niet in bochten ter voorkoming van spanningsscheuren en bladversplintering.
•
Zie de paragraaf Starten en stoppen om de vloerenzaag uit te schakelen.
•
De waterinstallatie zorgt tijdens het zagen voor een continue waterstroom, waardoor er minder stof vrijkomt. Zo kan zich geen stof
ophopen in de motor en raakt de omgeving niet vervuild.
VOORZICHTIG
1. Trek bij een machine met benzinemotor de bougiekabel los.
2. Zet het voorste gedeelte van de zaag in de hoogste stand.
3. Verwijder de riembeschermkap door de bout aan de voorzijde los te
draaien en de kap naar de achterkant van de vloerenzaag te duwen.
4. Verwijder met de bijgeleverde steeksleutel de hoofdasmoer (3) en de
bladklemplaat.
5. Controleer de klemplaat en de achterplaten op schade en slijtage.
Vervang de platen indien nodig en monteer het blad zoals beschreven
in de veiligheidsnormen USA ANSI B7.1, Canada SCA en Great Britain
HMSO No.4.
6. Reinig de À ens alvorens het blad te monteren.
7. Zorg dat de pijl op het blad in de draairichting van het gereedschap wijst.
8. Monteer een origineel blad van Belle Group op de hoofdas. Zorg daarbij
dat het blad zich op de verdikking van de hoofdas bevindt en niet uits-
teekt boven de À ensplaat.
9. Bevestig opnieuw de klemplaat (2) door de geleidingspen (1) via het blad
met de achterste À ensplaat te verbinden.
10. Breng de hoofdasmoer (3) weer aan en zet deze goed vast.
11. Plaats de bladbeschermkap terug.
12. Maak bij een machine met benzinemotor de bougiekabel weer vast.
13. De machine is nu klaar voor gebruik
Bediening Van De Vloerenzaag
Bladmontage
Volg de gebruiksvoorschriften nauwlettend op ter voorkoming van onveilige situaties, persoonlijk
letsel en schade aan de machine.
45