Uitlijnen van de transponder
Het is van groot belang dat de transponder correct wordt uitgelijnd. Dit geldt voor zowel de verticale
als de horizontale positie. Verticaal: omhoog/omlaag. Door het verdraaien van het meegeleverde
L-profi el kan de transponder omhoog of naar beneden worden bijgesteld. Dit is de verticale
uitlijning. Zorg dat het voertuig waterpas staat. Gebruik voor het afstellen van de verticale positie de
meegeleverde waterpas. Leg deze vlak bovenop de transponder en zet deze goed vast zodra de juiste
positie is bereikt.
Horizontaal: links/rechts. De transponder kan om zijn eigen as worden gedraaid door middel van de
T-bout. Dit is de horizontale uitlijning. De transponder moet haaks op de lengte-as van het voertuig
staan.
°
°
90
90
43
Handleiding
Target Laser track