Voorbeeld 3:
Voorbeeld 4: tan
Hyperboolfuncties / areafuncties
Voorbeeld 1: sinh 3.6
Voorbeeld 2: sinh
Briggse en natuurlijke logaritmen / antilogaritmen
Voorbeeld 1: log 1.23
Voorbeeld 2: ln 90(=log
Voorbeeld 3: e
Voorbeeld 4: 10
Voorbeeld 5: 2
Voorbeeld 6: (–2)
Negatieve waarden in berekeningen moeten tussen haakjes worden
D
ingesloten. Zie voor details 'Prioriteit van de bewerkingen'.
2
rad
-1
cos
=
2
4
–1
0.741
–1
30
90)
e
10
1.5
–3
4
(Rad)
2
2
(Deg)
0.741
3.6
30
1.23
90
10
1.5
2
3
2
4
186
0.785398163
0.25
36.53844577
18.28545536
4.094622224
0.089905111
4.49980967
22026.46579
31.6227766
0.125
16.