CONTROLEER NOGMAALS HET VOLGENDE ALVORENS
EEN ONDERHOUDSMONTEUR TE RAADPLEGEN
Probleem
Controlepunten of oplossing
De airconditioner werkt niet.
• Is de stroomonderbreker ingeschakeld?
• Is de zekering gesprongen?
• Is de ON-timer ingesteld? (Pagina 49)
• Is er iets dat normaal bedrijf van de instelklep
belemmert? (pagina 47)
De airconditioner koelt of
• Is de temperatuur juist ingesteld? (Pagina 46)
verwarmt niet voldoende.
• Is het filter schoon? (Pagina 50)
• Wordt de luchtinlaat of luchtuitlaat van de bin-
nen- of buitenunit geblokkeerd?
• Staat er een raam of deur open?
De lucht uit de binnenunit
• Is het filter schoon? (Pagina 50, 51)
ruikt vreemd.
Het display van de afstands-
• Zijn de batterijen leeg? (Pagina 44)
bediening wordt niet ge-
• Zijn de polen (+, -) van de batterijen verwisseld?
toond of is vaag. De binnen-
(Pagina 44)
unit reageert niet op het sig-
• Worden een of meer knoppen op de afstands-
naal van de afstandsbedie-
bediening van andere elektrische apparaten in-
ning.
gedrukt?
Als er een spannings-
• Start de airconditioner opnieuw?
onderbreking optreedt.
Als de airconditioner in werking was voor de
stroomstoring, zal het apparaat opnieuw star-
ten aangezien deze modellen zijn uitgerust met
de functie Auto Restart. (Zie Beschrijving van
de "functie AUTO RESTART" op pagina 45.)
Stop gebruik van de airconditioner en raadpleeg uw handelaar indien u de
bovenstaande punten heeft gecontroleerd maar de airconditioner nog niet
juist functioneert.
Zet in de volgende gevallen de airconditioner uit en raadpleeg uw handelaar.
• Wanneer er water uit de binnenunit lekt of druppelt.
• Wanneer de linkerbedieningsindicator knippert.
• Wanneer de stroomonderbreker regelmatig wordt ingeschakeld.
• De signalen van de afstandsbediening worden mogelijk niet goed ontvangen
in een kamer waar neonlampen (invertertype neonverlichting, etc.) worden
gebruikt.
• Op plaatsen met slechte ontvangst kan de airconditioner de ontvangst van
radio en/of televisie storen. Eventueel kan voor het desbetreffende apparaat
een antenneversterker nodig zijn.
• Bij onweer moet u de airconditioning direct uitschakelen en de stekker van
het netsnoer uit het stopcontact trekken of de stroomonderbreker uitschake-
len. Als u dit niet doet, kunnen de elektrische onderdelen van de airconditio-
ning worden beschadigd.
52
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Oplossing (geen defect)
De airconditioner kan bij het
• Dit dient ter bescherming van de airconditioner.
weer inschakelen ongeveer
U moet even wachten.
3 minuten niet worden ge-
bruikt.
Er komt een krakend geluid
• Dit geluid wordt veroorzaakt door het uitzetten/
uit het apparaat.
inkrimpen van het voorpaneel of andere onder-
delen vanwege temperatuursveranderingen.
De lucht uit de binnenunit
• De airconditioner kan geuren opnemen van de
ruikt vreemd.
muur, het vloerkleed, meubilair, kleding, enzo-
voort en deze samen met de lucht uitblazen.
De ventilator van de buiten-
• Bij lage buitentemperaturen kan het zijn dat de
unit draait niet, zelfs niet als
ventilator niet draait, in verband met voldoende
de compressor ingescha-
koelvermogen.
keld is. Als de ventilator be-
gint te draaien, stopt deze
weer snel.
Ik hoor water stromen.
• Dit is het geluid van de koelvloeistof in de
airconditioner.
• Dit is het geluid van condens in de warmtewissel-
aar.
• Dit is het geluid van het ontwasemen van de
warmtewisselaar.
U hoort een borrelend ge-
• U hoort dit geluid wanneer bij het inschakelen
luid.
van de afzuigkap of de ventilator buitenlucht
wordt ingezogen via de aftapslang, waardoor
water dat zich in de aftapslang bevindt naar bui-
ten spuit.
U hoort dit geluid ook wanneer lucht in de aftap-
slang wordt geblazen door sterke wind.
De ruimte wordt niet vol-
• Als er in de ruimte een ventilator of een gasfor-
doende gekoeld.
nuis wordt gebruikt, wordt er meer gevergd van
het koelapparaat, waardoor het kan gebeuren
dat de airconditioning niet genoeg vermogen
heeft om de gehele ruimte te koelen.
• Als de buitentemperatuur te hoog is, kan het
gebeuren dat de airconditioning niet genoeg
vermogen heeft om de gehele ruimte te koelen.
Er komt damp uit de lucht-
• De koele lucht uit de airconditioner zorgt ervoor
uitlaat van de binnenunit.
dat vocht in de lucht binnen in de kamer snel
afkoelt en wordt omgezet in damp.
Het mechanische geluid is
• Dit geluid ontstaat wanneer de ventilator of de
afkomstig van de binnen-
compressor wordt in- of uitgeschakeld.
unit.
De zwenkfunctie van de
• Hierdoor kan de zwenkfunctie van de HORIZON-
HORIZONTALE SCHOEP
TALE SCHOEP weer normaal functioneren.
stopt ongeveer 15 secon-
den en start daarna weer.
Probleem
Oplossing (geen defect)
Tijdens de werking
• Als de airconditioner in de COOL (koel)- of DRY
verandert de luchtstroom-
(droog)-stand werkt, en 1 uur lang door blijft gaan
richting.
terwijl de lucht naar beneden blaast, wordt de
De richting van de
richting van de luchtstroom automatisch naar
horizontale schoep kan
positie (1) gebracht om te voorkomen dat
niet worden aangepast
condenswater naar beneden kan druppelen.
met de afstandsbediening.
• Indien tijdens verwarmen de temperatuur van de
lucht die wordt uitgeblazen te laag is of als het
apparaat aan het ontdooien is, zal de horizon-
tale schoep automatisch in de horizontale stand
worden gesteld.
• De horizontale schoep beweegt in bepaalde in-
tervallen automatisch om de positie ervan vast
te stellen, vervolgens keert hij naar de uitgangs-
positie terug.
Water lekt uit de buitenunit.
• Tijdens KOELEN of DROGEN worden leidingen
of koppelingen van de leidingen ook afgekoeld.
Hierdoor kan er condens ontstaan, die van de
leidingen afdruppelt.
• In de verwarmingsstand zorgt de gebruiksin-
stelling Ontdooien ervoor dat ijs dat zich heeft
afgezet op het buitenunit smelt en naar bene-
den druppelt.
• In de verwarmingsstand druppelt water, dat op
de warmtewisselaar gecondenseerd is, naar
beneden.
Er komt witte rook uit de
• Tijdens het verwarmen lijkt de stoom die ont-
buitenunit.
staat door het ontdooien op witte rook.
In de werkstand Verwarmen
• Wacht tot de airconditioner gereed is om warme
stroomt de lucht niet snel
lucht uit te blazen.
genoeg uit.
De werking wordt gedu-
• Het buitenunit wordt ontdooid (Werkstand ont-
rende ongeveer 10 minuten
dooien).
gestopt in de werkstand
Aangezien dit na 10 minuten is voltooid, dient u
verwarmen.
te wachten. (Wanneer de buitentemperatuur te
laag en de luchtvochtigheid te hoog is, zal er
zich ijs vormen.)
Soms kunt u een sissend
• Dit is het geluid dat ontstaat wanneer de stro-
geluid horen.
ming van de koelvloeistof in de airconditioner
wordt gewijzigd.
De ruimte kan niet vol-
• Als de buitentemperatuur laag is, dan kan het
doende worden verwarmd.
gebeuren dat de airconditioning niet voldoende
verwarmt.
In een systeem met meer-
• Door de binneneenheid blijft een kleine hoeveel-
dere eenheden wordt de
heid koelvloeistof stromen, ook als deze niet in
binneneenheid, ook als deze
bedrijf is.
niet in bedrijf is, warm en is
het geluid van stromend
water hoorbaar.
De airconditioner start van-
• Deze modellen zijn uitgerust met de functie Auto
zelf als de netvoeding wordt
Restart (automatisch opnieuw starten). Wanneer
ingeschakeld, ook al be-
de netvoeding wordt uitgeschakeld en weer
dient u het apparaat niet
wordt ingeschakeld zonder dat de airconditioner
met de afstandsbediening.
wordt uitgeschakeld met de afstandsbediening,
start het apparaat automatisch in de stand die
was ingesteld met de afstandsbediening voor-
dat de stroomtoevoer werd onderbroken.
De instelklep gaat automa-
• De instelklep wordt automatisch geregeld via een
tisch open en dicht.
microcomputer, in overeenstemming met de
luchtstroomtemperatuur en bedrijfstijd van de
airconditioner.