de lader automatisch over naar de volgende laadfase. De laadled
brandt.
Fase 2 – Absorptieladen (70-90 % laadcapaciteit)
De lader houdt de aangesloten accu op een veilige laadspanning.
Tijdens deze fase blijft de laadspanning constant terwijl de
laadstroom tot een minimum wordt herleid. Zo wordt de interne
energie op een optimale manier overgebracht. De laadled brandt.
Fase 3 – Druppelladen (90-100 % laadcapaciteit)
De lader houdt de laadstroom op een constant niveau en de
laadstroom wordt herleid zodat de accu optimaal opgeladen blijft.
Deze fase is ideaal om lang bewaarde accu's weer optimaal te laden.
De lader schakelt automatisch uit wanneer de accu 100 % opgeladen
is. De lader zal de aangesloten accu nooit overbelasten, zelfs al blijft
de accu op de lader aangesloten. De laadled brandt.
5.4
Een accu in een voertuig laden
1.
Sluit het toestel nog niet aan op het lichtnet.
2.
Koppel de lader aan de accu in het voertuig. Blijf weg van
ventilatorbladen, riemen, riemschijven en andere gevaarlijke
onderdelen. Ga na welke accupool geaard is.
o Negatieve pool is geaard: Sluit de accuklem van de pluspool
(rood) van het toestel aan op de pluspool van de accu. Sluit
daarna de negatieve klem (zwart) van de lader aan op het
chassis of het motorblok, weg van de accu. Sluit niet aan op de
carburator, brandstofleiding of dunne metalen onderdelen.
o Positieve pool is geaard: Sluit de accuklem van de minpool
(zwart) van het toestel aan op de minpool van de accu. Sluit
daarna de positieve klem (rood) van de lader aan op het
chassis of het motorblok, weg van de accu. Sluit niet aan op de
carburator, brandstofleiding of dunne metalen onderdelen.
3.
Sluit de voedingskabel aan op het lichtnet.
4.
De lader ontkoppelen: ontkoppel eerst van het lichtnet,
verwijder de geaarde klem en verwijder daarna de klem die op
de accu is aangesloten.
V. 01 – 21/08/2017
AC028
13
©Velleman nv