WAARSCHUWING: De loop van de kabels moet naar binnen van de auto
georiënteerd zijn.
Plaats de kern van het stopcontact in zijn bedekking.
WAARSCHUWING: Schakel de leiders voor microschakelaars van de
achtermistlichten in aan de voeg in het stopcontact van de tractieinrichting zoals
het op het plaatje 2 en 2b staat. In het geval van incorrecte aansluiting dreigt er een
gevaar van beschadiging van de bos!
Stel het stopcontact op de handvat van het stopcontact voor de tractieinrichting en
schroef het vast met drie schroeven M5x16. Draai de schroeven vast door middel van
vastdraaimoment 3 Nm.
Leid binnen de achterbak de kortere deel langs de achterkant tot aan de stuureenheid.
Maak de bos aan de carrosserie door middel van een plakband vast (zie plaatje 3).
Om de stuureenheid te installeren, moeten er in de stuureenheid twee moeren
N.904.559.02 gemonteerd worden. Draai hem dan vast aan de carrosserie met twee
schroeven N.910.742.01en een vastdraaimoment 3,5 Nm. Sluit de rode en de zwarte
connector in de centrale stuureenheid (zie plaatje 4).
Leid de langere deel van de tractieinrichtingbos door de linkerdeeel langs de reeds
bestaande elektroinstallatie van de voertuig tot aan de A- paaltje.
Waarschuwing: verander door geen enkele middelen de manier van de hechting
binneninstallatie. Er dreigt een gevaar van beschadiging van de installatie en ongewenste
lawaai tijdens de rit! Maak de installatiebos van de tractieinrichting aan de oorspronkelijke
installatie vast door middel van de spanbanden.
Schakel het oogje van de kabel aan de achterlinkse schroef van de voertuigstructuur. (zie
plaatje 5). Als de auto berust is met Park Pilot, zoek de elektroinstallatieconnector uit ( die
van buiten is geleid) en schakel hem aan de tractieinrichtingsinstallatie ( vlak bij de
doorvoer naar de carrosserie).
Montage van de electroinstallatiebos in het gebied van de dashboard bij de voertuigen
ZONDER Startstopsysteem en / of ZONDER automatische lichten:
Schakel de connectors van de centrale BCM stuureenheid uit (zie plaatje 6) en neem de
eenheid uit van de bevestiging in relais houders.
Wat te doen bij BCM eenheid:
o Sluit de 43- pincontact ( de zwart-rode leider) af van de A connector (de zwarte) en
sluit hem aanin de blauwe connector 6Q0.972.706 op de pinpositie 6.
o Sluit de 20 - pincontact ( de oranje-groene leider) van de B connector (dewitte) af
en sluit hem aan in de blauwe connector 6Q0.972.706 op de pinpositie 1. Sluit
tegelijk de 21 pincontact (de oranjebruine leider) af en sluit hem aan in de
connector 6Q0.972.706 op positie 2.
Op de elektroinstallatiebos van de tractieinrichting zoek drie individuele leiders beëindigd
door contacten, die vlak bij de 6-pool connector 6Q0.972.716 zijn te vinden.
o Sluit de grijs-zwarte leider aan in de A - connector van BCM- eenheid op positie 43.
o Sluit de oranje- groene leider aan in de B - connector van BCM- eenheid op positie
20.
o Sluit de oranje- bruine leider aan in de B - connector van BCM- eenheid op positie
21.
Verbind de connectors 6Q0.972.716 en 6Q0.972.706 aan elkaar en wikkel ze in met
beschermingsschuim.
Plaats de adapter met drie verzekeringen type 15 A naar de vrije positie van relaishouders
(zie plaatje 7).
Verbind de connectors terug in de BCM- eenheid.
36
van de