F
GB
D
E
I
BEDIENING
Deze aanraking kan een plotselinge en kortstondige
blokkering van het mes veroorzaken en het apparaat
opeens ver van het aangeraakte voorwerp doen
wegschieten. Deze reactie kan behoorlijk gewelddadig
zijn en de gebruiker de macht over het apparaat doen
verliezen. Er kan een terugslag optreden als het slagmes
een obstakel tegenkomt, zich blokkeert of zich verbuigt.
De kans op terugstuiten bestaat vooral daar waar u
moeilijk kunt zien wat u aan het maaien bent. Om onder
de goede en veilige omstandigheden te werken moet u
het onkruid maaien door een beweging van rechts naar
links te maken. Als zich er iets op het traject van het
slagmes bevindt, bijvoorbeeld een stuk hout, wordt door
deze zijdelingse beweging het effect van een eventuele
terugslag minder.
SLAGMES MET 3 TANDEN
De messen met 3 tanden zijn uitsluitend bedoeld om
onkruid of zachte planten te maaien. Als één kant van
het mes bot geworden is, kunt u het omdraaien en het
verder gebruiken. Een slagmes met 3 tanden mag niet
bijgeslepen worden.
TIPS VOOR HET MAAIEN MET EEN SLAGMES
WAARSCHUWING
Wees uiterst voorzichtig als u een slagmes
gebruikt. Lees aandachtig de paragraaf
"Specifieke veiligheidsvoorschriften voor
bosmaaiers en voor het gebruik van een
slagmes" in deze handleiding.
Houd het apparaat altijd met twee handen vast als u
het gebruikt. Zorg dat u een goede grip hebt op het
apparaat.
Houd het apparaat stevig vast en bewaar een stabiele
houding. Zo voorkomt u dat u uw evenwicht verliest
bij een terugslag van het slagmes.
Controleer eerst het terrein dat u wilt gaan maaien en
verwijder alle obstakels, zoals stukken glas, steen,
beton, afrastering, kabel, hout, metaal, enz.
Gebruik de bosmaaier nooit vlak langs stoepranden,
omheiningen, paaltjes, gebouwen of andere vaste
obstakels.
Ga nooit meteen verder met hetzelfde slagmes
nadat u een hard voorwerp hebt aangeraakt zonder
eerst gecontroleerd te hebben of het mes niet is
beschadigd. Gebruik nooit een beschadigd slagmes.
Maak tijdens het maaien met de bosmaaier een
weidse zijdelingse beweging, van rechts naar links.
NL
P
S
DK
N
FIN GR HU
CZ RU
Nederlands
H E T A P PA R A AT A A N - E N U I T Z E T T E N
(afb. 12; afb. 16)
WAARSCHUWING
Start het apparaat nooit in een afgesloten
of slecht geventileerde ruimte omdat de
uitlaatgassen dodelijk kunnen zijn.
KOUDE START
Plaats de grastrimmer plat op een ondergrond zonder
obstakels. Om de motor te kunnen starten zet u de
aan/uit-schakelaar (29) in de stand "I" (Aan).
Druk 5 maal op de aanzuigpompbal (30).
Opmerking: Druk niet op de gashendel (21) zolang
de motor nog niet is aangesprongen. Zo zou u het
onmogelijk maken dat het apparaat goed aangaat.
Zet de chokehendel (31) omhoog in de gesloten-
stand (
Trek aan de startkabel totdat de motor aanspringt.
Zet de chokehendel omlaag in de open-stand (
Laat de motor enkele minuten draaien voordat u het
apparaat begint te gebruiken.
WARME START
Plaats de grastrimmer plat op een ondergrond zonder
obstakels. Om de motor te kunnen starten zet u de
aan/uit-schakelaar in de stand "I" (Aan).
De chokehendel moet zich al in de open-stand (
) bevinden. Trek aan de startkabel totdat de motor
aanspringt.
MOTOR UITZETTEN
Om de motor uit te doen zet u de aan/uit-schakelaar op
"O".
ONDERHOUD
WAARSCHUWING
Gebruik voor het onderhoud uitsluitend originele
onderdelen, accessoires en werktuigen.
Niet-naleving van dit voorschrift kan slechte
werking van het apparaat of ernstig lichamelijk
letsel ten gevolge hebben. Bovendien verliest uw
garantie zijn geldigheid.
Gebruik het maaisysteem niet terwijl de motor
stationair draait. Bij niet-naleving van dit voorschrift
kan het noodzakelijk blijken om de koppeling te laten
bijstellen of een noodreparatie aan uw apparaat te
laten verrichten door een bekwame vakman.
83
RO PL SLO HR TR EST LT
).
LV
SK BG
).