F
GB
D
E
I
BEDIENING
WAARSCHUWING
Bedien de gashendel niet met uw linkerhand
waarbij u de voorste handgreep met uw
rechterhand vasthoudt. Zorg ervoor dat geen
enkel deel van uw lichaam zich in zaaglijn
bevindt terwijl u de zaag gebruikt.
JUISTE ZAAGHOUDING (Afb. 18)
Breng uw gewicht in evenwicht met beide benen op
■
een stevige ondergrond.
Houd uw linkerarm met de elleboog gestrekt om
■
de zaag bij een eventuele terugslag in uw macht te
kunnen houden.
Houd uw lichaam links van het zwaard.
■
Houd uw duimen aan de onderkant van de
■
handgrepen.
WERKGEBIED (afb. 19)
Gebruik het apparaat alleen voor hout of van hout
■
afgeleide producten. Zaag er geen metaalplaat,
kunststof, steen of andere bouwmaterialen mee.
Laat de kettingzaag nooit door kinderen gebruiken.
■
Laat de kettingzaag niet gebruiken door iemand die
de gebruikershandleiding niet gelezen heeft of geen
adequate aanwijzingen heeft gekregen voor veilig en
correct gebruik van deze kettingzaag.
Houd iedereen (helpers, omstanders en kinderen)
■
en ook dieren op een VEILIGE AFSTAND van het
werkgebied. Tijdens het vellen van bomen moet de
veilige afstand minimaal tweemaal zo groot zijn als
de lengte van de hoogste bomen in het werkgebied.
Tijdens het kortzagen dient u een afstand van 4,5 m
tussen de meewerkende personen aan te houden.
Ga op uw beide benen staan en op een stabiele
■
ondergrond om te voorkomen dat u uw evenwicht
verliest tijdens het werk.
Zaag niet boven borsthoogte omdat een hoog
■
gehouden zaag moeilijker onder controle is te houden
bij een terugslag.
Vel geen bomen in de nabijheid van elektriciteitskabels
■
of gebouwen. Dit soort werk is voorbehouden aan
personen die van bomen snoeien hun vak hebben
gemaakt.
Gebruik de kettingzaag alleen als er voldoende licht
■
is en als u voldoende zicht hebt op uw werk zodat u
goed kunt zien wat u doet.
BASISPROCEDURES VOOR HET ZAGEN
Oefen het zagen op een aantal kleinere houtblokken
NL
P
S
DK
N
FIN GR HU
CZ RU
RO PL SLO HR TR EST LT
Nederlands
met de onderstaande technieken om gebruik van de
zaag ʻonder de knieʼ te krijgen voordat u aan het echte
zaagwerk begint.
Ga vast in de juiste houding staan voor het hout
■
terwijl de kettingzaag stationair draait.
Laat de motor pas op maximumsnelheid komen
■
net voordat u met zagen begint door de gashendel
geheel in te drukken.
Start het zagen door de kettingzaag tegen de stam
■
duwen.
Laat de motor op volle snelheid draaien tijdens de
■
hele zaagsnede.
Laat de zaag steeds het "werk" doen en oefen alleen
■
enige benedenwaartse druk uit. Geforceerd zagen
kan resulteren in schade aan zwaard, ketting of
motor.
Laat de gashendel los zodra de zaagsnede voltooid
■
is, zodat de motor op stationair toerental kan gaan
draaien. Als u de zaag op volgas laat draaien
zonder een zaagbelasting, kunt u onnodige slijtage
veroorzaken aan ketting, zwaard en motor.
Oefen geen druk meer uit op de zaag als u aan het
■
einde van de zaagsnede bent.
BOMEN VELLEN – GEVAARLIJKE OMSTANDIGHEDEN
(afb. 20)
WAARSCHUWING
Vel geen bomen tijdens perioden met harde wind
of veel neerslag. Wacht tot het gevaarlijke weer
voorbij is.
Tijdens het vellen van een boom is het belangrijk dat u
de volgende waarschuwingen in acht neemt om mogelijk
ernstig letsel te voorkomen.
Draag oog-, gehoor- en hoofdbescherming (A) tijdens
■
de bediening van dit apparaat.
Zaag geen bomen om die zeer schuin staan of bomen
■
met verrotte of dode takken, losse schors of holle
stammen. Laat deze bomen omduwen of slopen met
zwaar materieel en zaag ze vervolgens in stukken.
Houd rekening met de verdeling en het gewicht van
■
zware takken (B).
Verwijder struikgewas rond de te vellen boom (C).
■
Ve l
g e e n
■
elektriciteitsdraden of gebouwen (D).
Houd rekening met de richting waarin de boom is
■
gegroeid (E).
124
b o m e n
i n
d e
n a b i j h e i d
LV
SK BG
v a n