een muziekgestuurd programma met instelbare gevoeligheid afspelen
de helderheid van de lichtuitvoer (master-dimmer) instellen
een stroboscoop met instelbare snelheid toevoegen
alle leds uitschakelen.
Elke functie wordt hieronder in detail beschreven.
Voorgeprogrammeerde statische kleur
Druk op de cijfertoetsen (0–9) van de afstandsbediening, om één van de voorgeprogrammeerde statische
kleuren te gebruiken. De kleur van de knop komt overeen met de lichtuitvoer.
Gepersonaliseerde statische kleur
U kunt een eigen kleur creëren door de lichtintensiteit van de rode (R), groene (G), blauwe (B) en
amberkleurige (A) leds te gebruiken Om een gepersonaliseerde statische kleur te gebruiken:
1. Om de lichtintensiteit van de rode leds te regelen, druk op R en daarna op + of – om de gewenste
intensiteit in te stellen.
2. Om de lichtintensiteit van de groene leds te regelen, druk op G en daarna op + of – om de gewenste
intensiteit in te stellen.
3. Om de lichtintensiteit van de blauwe leds te regelen, druk op B en daarna op + of – om de gewenste
intensiteit in te stellen.
4. Om de lichtintensiteit van de amberkleurige leds te regelen, druk op A en daarna op + of – om de gewenste
intensiteit in te stellen.
5. Om de gepersonaliseerde kleur te activeren, druk op MANUAL.
Opmerking: De W- en UV-knoppen hebben geen functie.
Automatisch programma
Om een automatisch programma te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op AUTO en daarna op + of – om het gewenste programma te selecteren (P1–P4).
2. Om de snelheid van het programma te regelen, druk op SPEED en daarna op + of – om in te stellen.
Kleurovergang
Om een automatisch programma met kleurovergang te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op FADE en daarna op + of – om het gewenste programma te selecteren (P2 of P4).
Muziekgestuurd programma
Om een programma met muzieksturing te gebruiken, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op SOUND en daarna op + of – om het gewenste programma te selecteren (P5/P6).
2. Om de gevoeligheid van de ingebouwde microfoon te wijzigen, druk op SENSITIVITY en daarna op + of –
om in te stellen.
Master-dimmer
Om de helderheid van de lichtuitvoer te regelen, druk op % en daarna op + of – om de gewenste helderheid in
te stellen.
Een stroboscoopeffect toevoegen
Om een stroboscoopeffect toe te voegen, gaat u als volgt te werk:
1. Druk op STROBE en daarna op + of – om de gewenste stroboscoopsnelheid in te stellen.
2. Om het stroboscoopeffect uit te schakelen, druk nogmaals op STROBE.
Uitschakelen
Om alle leds uit te schakelen, druk op BLACKOUT. Druk nogmaals op BLACKOUT om de leds in te schakelen.
11.
DMX-modus
In deze modus kunt u het toestel via een universele DMX-controller aansturen.
Alle DMX-gestuurde toestellen hebben een digitaal startadres nodig, zodat het juiste toestel reageert op de
signalen. Dit digitale startadres is het kanaalnummer van waarop het toestel luistert naar het signaal van
de DMX-controller. U kunt één enkel startadres gebruiken voor een groep toestellen of u kunt per toestel
een nieuw startadres ingeven.
Wanneer u een enkel startadres instelt, zullen alle toestellen luisteren naar hetzelfde kanaal. Met andere
woorden: wanneer u de instellingen voor 1 kanaal verandert, zullen alle toestellen er tegelijk op reageren.
V. 02 – 30/06/2014
VDPLP64SLB
15
©Velleman nv