5.
Obstakels voor, achter en naast de unit
• Als u de unit installeert op een plaats die rondom omsloten is, zo-
als een veranda, laat dan voldoende ruimte vrij (zie afbeelding).
In dit geval kan de capaciteit van de airconditioner afnemen en kan
het energieverbruik toenemen.
• Indien er weinig luchtstroming is of de kans op thermische "kort-
sluiting" bestaat, plaats dan een uitlaatgeleider en let erop dat er
voldoende ruimte is achter de unit.
• Wanneer u twee of meer units installeert, mag u de units niet voor
of achter elkaar installeren.
100 of meer
Hoogte van obstakel is 1200 of minder
1-5. INSTALLATIESCHEMA
In de regel open
Meer dan 500 mm als de voorkant
en beide zijkanten open zijn.
Meer dan
100 mm
In de regel open
Meer dan 500 mm als de boven- en
achterkant en beide zijkanten open zijn.
*2 Het jaar en de maand van vervaardiging is aangegeven op het naamplaatje met technische gegevens.
Luchtinlaat
4-10 × 21 Ovale gaten
1-6. AFVOERVOORZIENINGEN VOOR BUITENUNIT
Leg alleen een afvoerleiding aan als er van één plaats wordt afgevoerd.
1) Kies een opening voor het afvoeren en monteer de afvoerbus (1) aan de opening.
2) Sluit de andere openingen af met de afvoerdoppen (2).
3) Sluit de zachte PVC-slang (L) met een binnendiameter van 15 mm aan op de afvoerbus (1).
Opmerking:
Installeer de unit horizontaal.
Gebruik de afvoerbus (1) en de afvoerdoppen (2) niet in koude gebieden. De afvoer kan dan bevriezen waardoor de ventilator stopt.
Tijdens het verwarmen produceert de buitenunit condens. Selecteer de plaats van installatie om ervoor te zorgen dat de buitenunit en/of de vloeren nat
worden door afvoerwater of beschadigd raken door bevroren afvoerwater.
Du-3
200 of meer
350 of meer
500 of meer
500 of meer
*2
Meer dan 350 mm
Installeren van de buitenunit
840
169
500
Luchtinlaat
Luchtuitlaat
6.
Onderhoudsruimte
Laat ruimte vrij voor onderhoud zoals in de afbeelding is aangegeven.
Onderhoud-sruimte
100 of meer
350 of meer
TOEBEHOREN
Controleer voor het installeren of de volgende on-
derdelen aanwezig zijn.
Plaats na de lektest het isola-
(1) Afvoerbus
tiemateriaal zodanig strak dat er
(2) Afvoerdop
geen opening meer is.
Wanneer u de leidingen wilt
DOOR U ZELF AAN TE SCHAFFEN ONDERDELEN
bevestigen aan een muur die
(A) Netsnoer*1
metaal (zoals tinnen bekleding) of
metalen gaas bevat, plaats dan
(B)
een chemisch behandelde houten
plaat van minstens 20 mm dikte
(C) Verlengleiding
tussen muur en leidingen, of om-
wikkel de leidingen 7 tot 8 keer
(D) Afdekring voor muurgat
met isolatietape.
(E) Leidingtape
Als u bestaand leidingwerk wilt
gebruiken, zet de unit dan mini-
maal 30 minuten op COOL en
(F)
pomp hem leeg voordat u de
oude airconditioner verwijdert.
Pas de maat van de optrompver-
bindingen aan voor de nieuwe
koelstof.
(G) Koelolie
Meer dan 100 mm.
Meer dan 200 mm als er aan
(H) Kit
beide zijkanten obstakels zijn.
(I) Bevestigingsbandje voor leiding
(J) Bevestigingsschroef voor (l)
(K) Huls voor muurgat
(L)
Opmerking:
*1 Plaats verbindingskabel (B) en netsnoer (A) op
Het "Aantal" bij (B) t/m (K) in de tabel hierboven is
het benodigde aantal per binnenunit.
De units moeten worden geïnstalleerd door een
erkend specialist volgens de plaatselijke vereisten.
(Eenheid: mm)
100 of meer
500 of meer
350 of meer
(Eenheid: mm)
Verbindingskabel binnen- en buiten-
unit*1
Verlenging afvoerslang
(of zachte PVC-slang met 15 mm
binnendiameter of harde PVC-pijp
VP16)
Zachte PVC-slang met 15 mm bin-
nendiameter of harde PVC-pijp met
VP16 voor afvoerbus (1)
ten minste 1 meter afstand van de tv-antenneka-
bel.
1
2
1
1
1
1
1
1
Kleine
hoeveel-
heid
1
2 tot 7
2 tot 7
1
1