Voorzorgsmaatregelen voor magnetronoven
Gebruik alleen magnetronbestendige kookmaterialen. Gebruik geen metalen containers, serviezen met
gouden of zilveren randjes, spiezen, enz.
Verwijder kinken in de stroomkabel. Er kunnen elektrische vonken ontstaan.
Gebruik de oven niet voor het drogen van papier of kleren.
Hanteer kortere tijden voor kleine hoeveelheden voedsel om oververhitting te voorkomen en om te
voorkomen dat voedsel gaat branden.
Houd de stroomkabel en de stekker uit de buurt van water en warmtebronnen.
Verwarm geen eieren in de schil of hardgekookte eieren om explosies te voorkomen. Verwarm geen
luchtdichte of vacuüm afgesloten containers, noten, tomaten, enz.
Bedek de ventilatieopeningen niet met textiel of papier. Dit is een brandgevaar. De oven kan ook
oververhit raken en zichzelf automatisch uitschakelen. De oven blijft dan uit totdat deze voldoende is
afgekoeld.
Gebruik altijd ovenwanten wanneer u een gerecht verwijdert.
Roer vloeistoffen halverwege tijdens de verhitting of na afloop van de verhitting door en laat de
vloeistof na verhitting ten minste 20 seconden rusten om overkoken te voorkomen.
Ga tijdens het openen van de ovendeur op armlengte afstand van de oven staan zodat u zich niet kunt
branden aan ontsnappende hete lucht of stoom.
Start de oven niet wanneer deze leeg is. De oven wordt om redenen van veiligheid automatisch 30
minuten uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen altijd een glas water in de oven te laten staan om
microgolven te absorberen als de oven per ongeluk wordt ingeschakeld.
Plaats de oven met voldoende vrije ruimte rondom zoals in deze handleiding wordt vermeld. (Zie De
magnetronoven installeren.)
Wees voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten op stopcontacten in de buurt van de
oven.
Voorzorgsmaatregelen voor werking van de magnetron
Het niet navolgen van de volgende veiligheidsvoorschriften kan leiden tot schadelijke blootstelling aan
microgolven.
•
Start de oven niet wanneer de deur open is. Knoei niet met de veiligheidsvergrendelingen
(deursluitingen). Steek niets in de gaten van de veiligheidsvergrendeling.
•
Plaats geen voorwerpen tussen de deur en de voorplaat. Voorkom dat resten van voedsel of
reinigingsmiddel zich op de afsluitstrippen verzamelen. Houd de deur en de afsluitstrippen altijd
schoon door deze eerst met een vochtige doek en daarna met een droge doek te reinigen.
•
Start de oven niet wanneer deze beschadigd is. Start de oven alleen nadat deze door een
gekwalificeerde monteur is gerepareerd.
Belangrijk: de ovendeur moet goed sluiten. De deur mag niet gebogen zijn; de scharnieren mogen
niet gebroken zijn of los zitten; de afsluitstrippen en -oppervlakken mogen niet zijn beschadigd.
•
Alle aanpassingen of reparaties moeten worden uitgevoerd door een gekwalificeerde monteur.
Nederlands 7