Installatie
Ingangen
Beide ingangen zijn gebalanceerd. Als een gebalanceerde uitgang niet beschikbaar is, kan ook een
ongebalanceerde gebruikt worden, verbind pin 3 – met pin1 massa (zie hieronder). Ongebalanceerde
kabels/snoeren kunnen noise veroorzaken over lange afstand.
1= aarde / massa, 2=signaal +, 3=signaal –
Aansluiten van de uitgang
Zorg er voor dat de versterker uitgeschakeld is tijdens de bekabeling van de installatie. Luidsprekers
kunnen worden aangesloten m.b.v. NL4 connectoren of via schroefaansluitingen. Gebruik
onderstaande informatie voor het bepalen van de dikte van de aansluitsnoeren:
Afstand(m)
Dikte(mm2)
<10m
1.5mm2
>10m <20m
2.5mm2
>20m <30m
4.0mm2
Sluit de luidsprekers aan op de positieve (+) uitgangen van beide uitgangen en nooit op de (-) of
massa. Gebruik de ( –) negatieve uitgangen nooit in Bridge Mode.
Netaansluiting
Zorg er voor dat de aangegeven netspanning op de achterkant van de versterker overeenkomt met de
aangeboden netspanning. Sluit het netsnoer eerst aan op de versterker, zet alle volume-regelaars op
minimum, zet de netschakelaar van de versterker in de Uit-stand en steek dan pas de stekker in de
wandcontactdoos (stopcontact). Zet de versterker aan.
Lees eerst onderstaande informatie:
Zorg er voor dat de bekabeling juist is aangesloten!
Zijn de luidsprekers geschikt voor deze versterker?
Nooit ventilatiegaten afdekken!
Voorkom blootstelling aan regen en/of vocht!
Verwijder nooit de luidsprekersnoeren tijdens gebruik!
14 - 30