Afstanden
Plaats het toestel op minstens 20 cm van plafonds of muren.
Zorg voor een minimumafstand van 1 m tussen de lichtuitgang
van het toestel en het belichte oppervlak.
De lamp installeren
1.
Dit verlichtingstoestel heeft geen ingebouwde uitrusting om het
los te koppelen van het stroomnet. Isoleer het toestel elektrisch
voor de installatie of onderhoud.
2.
Gebruik de beugel [1] om de plaats van de montagegaten te
bepalen.
3.
Boor de gaten en bevestig de beugel met schroeven en
muurpluggen.
4.
Sluit de voedingskabel aan op een geschikte kabeldoos (niet
meegelev.). De aansluiting moet goed geaard zijn. Zorg ervoor
dat de kabel niet te strak vast zit; laat voldoende speling.
Waarschuwing: als de voedingskabel beschadigd is, moet deze
door de fabrikant, technische dienst, of een andere bevoegde
persoon vervangen worden om elk mogelijk risico te vermijden.
5.
Om de lamp in de gewenste stand te richten: draai de
scharnieren [2] los met een moersleutel.
6.
Draai de lamp in de gewenste stand en zet de scharnieren vast.
7.
Reiniging en onderhoud
Alle gebruikte schroeven moeten goed zijn aangespannen en
mogen geen sporen van roest vertonen.
De behuizing, de zichtbare delen, de montagebeugels en de
montageplaats (bvb. het plafond of het gebinte) mogen niet
vervormd zijn of aangepast worden (geen extra gaten in
montagebeugels, aansluitingen niet verplaatsen, enz.).
Mechanisch bewegende delen mogen geen sporen van slijtage
vertonen en mogen niet onregelmatig bewegen.
De voedingskabels mogen niet beschadigd zijn. Laat het toestel
onderhouden door een geschoolde technicus.
Indien het beschermglas [3] beschadigd is, ontkoppel de lamp
onmiddellijk. Laat het onmiddellijk herstellen door een geschoolde
technicus. Gebruik de lamp niet indien het beschermglas
gebarsten of gebroken is.
V. 01 – 15/03/2013
LEDA301/302/303
12
©Velleman nv