•
Raak geen ongebruikte aansluitingen aan wanneer de meter gekoppeld
is aan een meetcircuit.
•
Gebruik de meter nooit voor CAT II-installaties bij spanningsmetingen
die de veiligheidsmarge van 600 V boven het massapotentiaal (kunnen)
overschrijden.
Gebruik de meter nooit voor CAT IV-installaties bij spanningsmetingen
die de veiligheidsmarge van 300 V boven het massapotentiaal (kunnen)
overschrijden.
•
Plaats de bereikschakelaar in de hoogste stand indien u de intensiteit
van de belasting niet op voorhand kent.
•
Ontkoppel de meetsnoeren van het meetcircuit alvorens u aan de
draaischakelaar draait.
•
Wanneer u metingen uitvoert op een tv of een schakelende voeding,
mag u niet vergeten dat een sterke stroomstoot ter hoogte van de
geteste punten de meter kan beschadigen.
•
Wees uiterst voorzichtig bij metingen > 60 VDC of > 30 VAC rms. Houd
tijdens metingen uw vingers achter de beschermingsrand van de
meetpennen.
•
Voer nooit weerstands-, diode- of continuïteitsmetingen uit in circuits
waarop spanning aanwezig is. Zorg ervoor dat alle condensatoren in het
circuit volledig ontladen zijn.
6. Algemene omschrijving
Raadpleeg de afbeeldingen op pagina 2 van deze handleiding:
1.
Display
3 ½-digits, 7 segmenten, LCD
2.
Functieknoppen
3.
Draaischakelaar
4.
"15A" bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om een max. stroom
van 15 A te meten.
5.
"VHz"-bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om spanning, weerstand
en stroom (uitgez. 10 A) te meten.
6.
"COM" bus
Sluit het zwarte (-) meetsnoer aan.
7.
"µAmA" bus
Sluit het rode (+) meetsnoer aan op deze bus om stroom (uitgez. 15
A) te meten.
V. 02 – 29/01/2020
DVM900
22
©Velleman nv