WAARSCHUWING
•
•
•
•
•
•
GAS-VEREISTEN
Gebruik enkel propaan, butaan of LPG Zie het klasse-label op het toestel.
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
LEKTESTEN
1
92
De verwarmer nooit bij regen gebruiken, de glazen buis zal breken bij plot-
seling contact met water.
De verwarmer bij regen steeds uitschakelen.
Nooit vloeistof op de glazen buis sproeien wanneer de verwarmer in dienst
is.
De glazen buis zal tijdens gebruik extreem heet zijn, probeer deze nooit aan
te raken en houd kinderen weg van de verwarmer.
Verzeker steeds dat de verwarmer stevig opgesteld staat, de glazen buis kan
breken als de verwarmer omver zou vallen.
Gebruik de verwarmer nooit bij een scheur in de glazen buis.
De maximum afmeting van de gasfles geschikt voor het toestel is Ø 33 cm x
65 cm (hoog).
Gastoevoer van de gasfles naar het toestel: Het toestel vereist goedgekeur-
de gasslangen in lengtes van 60 cm en een gasregelaar. De montage van de
slang en de regelaar moet conform de lokale normen gebeuren.
De maximale inlaatdruk van de regelaar mag niet groter zijn dan 690 kPa.
De uitlaatdruk van de regelaar moet 28 mbar (2.8 kPa) tot 37 mbar (3,7 kPa)
zijn, afhankelijk van het land.
De installatie moet conform de lokale normen zijn of, bij het niet aanwezig
zijn van lokale normen, volgens de normen voor opslag en behandelen van
vloeibaar gemaakte petroleumgassen.
Een gedeukte, verroeste of beschadigde gasfles kan gevaarlijk zijn en moet
gecontroleerd worden door een erkend, toegewijd gasspecialist.
Gebruik nooit een gasfles met een beschadigde ventielaansluiting.
De gasfles moet zo opgesteld worden zodat dampen worden aangezogen
vanuit de fles.
Verdraai nooit de flexibele leidingen en slangen.
Sluit nooit een niet-geregelde gasfles aan.
Verwijder de gasfles wanneer de verwarmer niet in gebruik is.
De gasfles niet zonder gasdrukregelaar rechtstreeks op het apparaat aansluiten
Gebruik enkel het type gas en de type fles gespecifieerd in deze instructies.
Gasaansluitingen worden in de fabriek voor verzending getest op lekken.
Een volledige test op dichtheid van de aansluitingen moet gebeuren voor
installatie ter plaatse wegens mogelijk slecht behandelen tijdens verzending
en/of installatie of vanwege een extreme druk uitgeoefend op de verwar-
mer. De verwarmer moet met een volle gasfles gecontroleerd worden.
1. Verzeker dat het veiligheidsventiel zich in de UIT positie bevindt.
2. Maak zeepsop van één deel vloeibare detergent en één deel water. De
zeepsop kan aangebracht worden door middel van een sproeier, borstel of
vod aan alle gasaansluitingen. Bij een lek zullen er zeepbellen verschijnen.
WAARSCHUWING: Rook nooit tijdens het uitvoeren van lektesten!
WAARSCHUWING: In geval van een gaslek mag het toestel niet gebruikt