Veiligheidsaanwijzingen
BELANGRIJK!
De elektrische verbinding tussen
verstraler en voorschakel-
elektronica voert hoogspanning
en mag niet worden gescheiden.
De verstraler voor het verwisselen
van de lamp altijd uitschakelen en
van de verzorgingsspanning
loskoppelen.
Nooit de stekkeraansluitingen
aanraken.
Blz. 5
Vervanging van de
17
xenonlamp
1 Bevestigingsschroef losdraaien.
2 Aansluitstekker draaien en
lostrekken.
3 Verstralerinzet met bijgevoegd
gereedschap ontgrendelen en
eruit nemen.
4 Bajonetring naar links
ontgrendelen en lostrekken.
5 Lamp vervangen en bajonetring
naar rechts vergrendelen.
6 Verstralerinzet in huis
plaatsen, zodat deze aan beide
zijden hoorbaar vastklikt.
De voorschakelelektronica mag
nooit zonder lamp worden gebruikt,
omdat dit tot gevaarlijke
spanningssprong kan leiden,
waardoor beschadigingen kunnen
ontstaan.
De lamp eerst laten afkoelen.
Gebruikt U voor het verwisselen van
de lamp een veiligheidsbril en
veiligheidshandschoenen.
De aansluitstekker weer op de lamp
steken, indrukken en arrêteren,
borgschroef vastdraaien.
De vervangen xenonlamp als
speciaal afval verwijderen. De
functie en afstelling van de
verstralers controleren.
Laat de verstralers in een
professionele werkplaats of bij
een servicestation afstellen.
Alleen juist afgestelde verstralers
zorgen voor optimaal licht.
De glasbol van de xenonlamp is
met verschillende gassen en
metaaldampen gevuld en staat
onder druk (splintergevaar).
De glasbol van de xenonlamp
nooit aanraken, de lamp alleen aan
de fitting vastpakken.
Vingerafdrukken op de glasbol met
een schone doek en alcohol
zorgvuldig verwijderen. Lamp alleen
in gesloten verstralers gebruiken.
Nog een tip:
Houd de lampglazen schoon. Vuil
kan tot 85% verlies aan
lichtopbrengst leiden. Heeft U
reservelampen en zekeringen in de
auto? Bij vragen of
inbouwproblemen: belt U de Hella
klantenservice :
telefoon
030-6 09 56 11
NL
03-8 87 97 21
B