De elektrische motor
De motor is een volledig ingesloten driefasen-
kooiankermotor, die gekoeld wordt door een
ventilator, minimaal isolatieklasse B bij een
werkomgevingstemperatuur van 40°C.
Wanneer u naar de ventilatorzijde kijkt, moet
de draairichting van de motor met de klok mee
zijn. Als dit niet het geval is, verwisselt u de
aansluitingen U1 en V1, om de draairichting te
corrigeren.
BEDIENING
Er moet in een noodstop worden
voorzien, als het werktuig op zichzelf
werkt, of in een machine ingebouwd is.
Een gepast diagram voor de stroomkring,
om een noodstop in te bouwen, is
voorzien in figuur 2. (Zie pagina 20).
De besturingsklep
Het complete kleppenblok van de module (1)
bevat alle besturingsfuncties en signaleringen
voor een externe besturing.
Deze besturingen met zijn locaties worden
hieronder aangegeven en worden beschreven in
de werkwijze voor het boren.
1
2
3
4
5
6
7
8
Figuur 3
1
De complete blokmodule met kleppen
2
De hoofdaansluiting voor luchtaanvoer met
een schroefdraad van 1/4 inch BSP of NPT.
3
Een "P"-inputaansluiting met M5-
schroefdraad. 'n Signaal voor het
invoeren of een circuit voor de Dwell-
besturingsuitrusting.
4
Een (rode) met de hand bediende knop voor
het intrekken.
5
Een" I" op afstand bediende start-
inputaansluiting met M5- schroefdraad. Deze
ontvangt een extern signaal om de cyclus op
te starten.
05/2016
6
Een (groene) met de hand bediende startknop.
7
Een "R" outputaansluiting voor het intrekken
met een schroefdraad van 1/4 inch BSP.
Toevoer voor luchtterugvoer.
8*
De positie voor de "S2"-solenoïdeklep, om de
noodstroom in te trekken.
9*
De positie voor de "SW2"-
proximityschakelaar; deze detecteertt een
signaal aan het einde van een cyclus voor de
aansluiting van de interface-uitrusting (d.w.z.
deze heeft diepte).
10
De besturingsklep voor het aandraaimoment.
11
Regelschroef snelheid aanzetbeweging.
12* De positie voor de "S1 "-solenoïdeklep voor
het opstarten van de stroom.
13
De regelschroef voor de snelheid van het
intrekken.
14
Regelschroef snelheid indraaibeweging.
15
De "O"-aansluiting met een schroefdraad
van 1/8 inch BSP; deze ontvangt een signaal
om de aanvoer naar de startpositie te laten
terugkeren voor de invoer of Dweil-besturing.
16* De positie voor de "SW1
"-proximityschakelaar; deze detecteert een
signaal aan het begin van een cyclus voor
de aansluiting van de interface-uitrusting
(d.w.z. deze staat hoog in de positie van het
gegeven).
17
De "M"-aansluiting heeft een M5-schroefdraad
en wordt gebruikt voor vervolgbesturing. Het
signaal wordt gegeven wanneer het werktuig
17
in ruststand is.
(*)
ls beschikbaar als pakket. Zie de Desoutter-
catalogus voor details.
16
De "M"-aansluiting is bedoeld om
15
de controlekleppen te laten werken.
Deze mag niet als een bron van de
14
luchttoevoer voor andere doelen gebruikt
13
worden.
12
11
10
9
441513
Issue no : 12
Series : C
63 / 76