Overwegingen waardoor u de
kosten van de Servicedienst kunt
besparen
Wat te doen als...
... het apparaat niet werkt ...
... het apparaat niet werkt
en het
w a a r s c h u w i n g s l a m p j e
brandt ...
... het signaallampje
regelmatig oplicht ...
... het apparaat niet
voldoende koelt ...
50
Controleer of de stekker goed in het stopcontact
zit.
Controleer of de functie-keuzeschakelaar niet in
de stand "Buiten bedrijf"
Controleer of de stroom is uitgevallen of dat een
zekering is doorgeslagen.
Thermostaat op een lagere temperatuur zetten,
d.w.z. naar rechts draaien.
Het apparaat op een vlakke ondergrond zetten.
Indien het lampje blijft branden, het interne
waterreservoir van het apparaat leeg laten lopen.
(Zie aanwijzingen bij klimaatregeling).
Controleer of de knop om het condensatiewater
te laten weglopen in de juiste stand staat.
Controleer of de luchtafvoerslang op de juiste
manier is aangesloten.
Controleer of de luchtafvoerslang geen te kleine
radius van de bochten heeft en niet langer is dan
140 cm.
Controleer of de knop van de
condensatiewateraansluiting in de stand
"Klimatiseren" staat.
De zuignap zodanig bevestigen dat het raam
maar heel weinig geopend moet worden.
Jaloezieën en rolluiken sluiten om het
binnenkomende zonlicht te dempen.
staat.