Anl PEK 1840 SPK2
11.11.2005
Bij het vellen enkel zijdelings van de neerkomen-
de boom gaan staan.
Bij het teruggaan na de velsnede dient u op
neerkomende takken te letten.
Bij het werken op een helling dient de bedienaar
van de zaag hoger dan de te bewerken stam of
liggende boom of zijdelings ervan te staan.
Indien de aansluitkabel wordt beschadigd, dient
die door de fabrikant of door zijn vertegenwoordi-
ger van de dienst na verkoop te worden vervan-
gen om gevaren te voorkomen.
Om terugslag te vermijden zijn volgende punten
in acht te nemen:
De elektrische zaag nooit met de top van de rail
aanzetten om te snijden! Top van de rail altijd in
het oog houden.
Nooit met de top van de rail zagen! Wees voor-
zichtig bij het voortzetten van reeds begonnen
sneden.
De snede altijd met draaiende zaagketting begin-
nen!
Zaagketting steeds naar behoren scherpen.
Nooit meerdere takken tegelijk doorzagen!
Tijdens het afsnoeien erop letten dat geen ande-
re tak wordt geraakt.
Tijdens het pas zagen op dichtbij liggende stam-
men letten. Indien mogelijk zaagbok gebruiken.
5. Transport van de kettingzaag
Vóór het transport van de kettingzaag de netstekker
uittrekken en de kettingkast over rail en ketting schui-
ven. Wanneer meerdere sneden met de kettingzaag
worden uitgevoerd, moet de zaag tussen de sneden
worden uitgeschakeld.
6. Vóór de inbedrijfstelling
De spanning van de stroombron moet overeenko-
men met de gegevens vermeld op het kenplaatje van
de machine. Telkens voor werkbegin de kettingzaag
op perfecte werkwijze en behoorlijke bedrijfszekere
toestand controleren. Voor werkbegin werking van
de smering van de ketting en het oliepeil controleren
(zie. fig. 9). Bevindt zich de olie ca. 5 mm voor de
onderste rand (zie fig. door „min" gemerkt), dient u er
olie bij te gieten. Boven dit merk werkt u in het veilige
gebied.
Kettingzaag aanzetten en boven heldere grond hou-
den. Voorzichtig, de kettingzaag mag de grond niet
raken; daarom dient u een veiligheidsafstand van ca.
20 cm in acht te nemen. Indien zich een toenemend
13:07 Uhr
Seite 25
oliespoor vertoont, werkt de smering van de ketting
perfect. Indien zich geen oliespoor vertoont, eventu-
eel olieuitlaatkanaal schoonmaken of naar de klan-
tendienst gaan.
7. Montage van de geleiderail en zaag-
ketting (zie fig. 1/2/3)
Netstekker mag niet aangesloten zijn.
- Let op! Het voorste handscherm (1) moet altijd
in de bovenste (verticale) positie staan.
Geleiderail en zaagketting worden niet gemonteerd
bijgeleverd. Voor de montage eerst de beschermkap
(10) verwijderen, de zeskantschroef die eronder ligt
afschroeven en afdekking (9) van het kettingwiel
afnemen. Gedurende de montage alsook bij het
spannen en de eindcontrole handschoenen dragen
als bescherming tegen verwondingen door de scher-
pe snijkanten. Vóór het monteren van de gelei-
derail met zaagketting de snijrichting van de tan-
den in acht nemen (zie fig. 2)! Geleiderail (11) met
de top recht omhoog houden en zaagketting (12),
aan de top van de rail beginnend, installeren.
Monteer dan de geleiderail en zaagketting als
volgt :
Geleiderail met zaagketting op de zwaardgeleider (B)
of kettingspanbout (A) aanleggen. Zaagketting rond
het kettingwiel (D) leggen en controleren of de ket-
ting naar behoren is gemonteerd (zie fig. 2 / pos. 12).
Afdekking (9) aanzetten en lichtjes aanhalen d.m.v.
de zeskantmoer.
8. Spannen van de zaagketting
Trek telkens de netstekker uit het stopcontact
voordat u aan de machine werkt.
Veiligheidshandschoenen dragen!
Let erop dat de zaagketting (12) in de geleidegroef
van de rail (11) ligt! De ketting wordt dan correct
gespannen door de kettingspanschroef (E) met de
wijzers van de klok mee te draaien (door draaien
tegen de richting van de wijzers van de klok in kan
de ketting losser worden gemaakt). Vervolgens de
zeskantmoer aanhalen. Controleer opnieuw de span-
ning van de ketting (zie fig. 10). De zaagketting niet
te hard spannen. In koude bedrijfstoestand moet u
de ketting in het midden van de geleiderail ca. 3 mm
kunnen optillen. Als de zaagketting warm wordt gaat
de ketting uitzetten en doorhangen. De zaagketting
zou dan kunnen afspringen. Indien nodig, ketting
naspannen. Als de zaagketting in warme toestand
wordt nagespannen dient u ze aan het einde van de
zaagwerkzaamheden zeker te ontspannen. Anders
zouden bij het afkoelen door het samentrekken van
de zaagketting zich hoge spanningen voordoen. Een
NL
25