h) Gebruik nooit beschadigde of onjuiste montage-
hulpmiddelen van het zaagblad, zoals flenzen,
sluitringen van het zaagblad, bouten of moeren.
Deze montagehulpmiddelen werden speciaal
voor uw zaag ontwikkeld, voor een veilige wer-
king en een optimale prestatie.
i) Nooit op de tafelzaag staan, gebruik het niet als
een trapje. Als het gereedschap kantelt of als
het zaaggereedschap onopzettelijk wordt aan-
geraakt, kan dit ernstig letsel tot gevolg hebben.
j) Controleer of het zaagblad correct is gemon-
teerd zodat het in de juiste richting draait.
Gebruik geen schuurschijven, staalborstels
of slijpschijven op een tafelzaag. Het onjuist
monteren of gebruiken van een zaagblad of
accessoires wordt niet aanbevolen omdat dit
ernstig letsel tot gevolg kan hebben
Attentie! Om bij het gebruik van elektrisch gereed-
schap u te beschermen tegen elektrische schokken,
schade en brand moeten de volgende basis veilig-
heidsmaatregelen worden nageleefd. Zorg ervoor
dat u alle instructies leest voordat u het elektrische
gereedschap gaat gebruiken, bewaar de veilig-
heidsinstructies zorgvuldig voor later gebruik.
1. Houd uw werkplek schoon en opgeruimd
• Een rommelige werkplek kan leiden tot onge-
wenste ongelukken.
2. Denk aan invloeden van de omgeving.
• Stel het elektrische gereedschap niet bloot aan
regen.
• Gebruik het elektrische gereedschap niet in een
vochtige en natte omgeving.
• Zorg er voor dat uw werkruimte voldoende
verlicht is.
• Gebruik het elektrische gereedschap niet in een
omgeving waar sprake is van brand of explosie
gevaar.
3. Om jezelf te beschermen tegen een elektrische
schok.
• Vermijd lichamelijk contact met geaarde delen(-
bijvoorbeeld leidingen, radiatoren, elektrische
fornuizen, koelkasten enz.)
4. Houd andere mensen uit de buurt.
• Houd andere mensen en vooral kinderen uit de
buurt van uw werkplek.
5. Berg ongebruikt gereedschap veilig op.
• Ongebruikt gereedschap dient te worden afge-
sloten of opgeslagen op een plaats die droog en
buiten bereik van kinderen is.
WWW.VONROC.COM
6. Overbelast uw elektrische gereedschap niet.
• U werkt beter en veiliger in het aangegeven
vermogensbereik.
7. Gebruik het juiste gereedschap.
• Gebruik geen machines met een laag vermogen
voor zwaar werk.
• Gebruik elektrisch gereedschap alleen voor de
doeleinden waar ze voor bedoeld zijn. U kunt
bijvoorbeeld geen boomstronken of een boom-
stammen zagen met een handzaag.
8. Draag geschikte kleding.
• Draag geen loszittende kleding of sierraden die
verstrik kunnen raken in bewegende delen.
• Als u buiten werkt word antislip schoeisel aan-
bevolen.
• Draag een haarnetje met lang haar.
9. Gebruik beschermende uitrusting
• Draag een veiligheidsbril
• Bij werk waar stof vrij komt, gebruik dan een
mondkapje.
10. Sluit het afzuigsysteem aan.
• Als het afzuigsysteem en de stofopvangzak
beschikbaar zijn, sluit deze dan correct aan.
11. Gebruik de kabel niet voor doeleinden waar het
niet voor bedoeld is.
• Gebruik de kabel niet om de stekker uit het
stopcontact te trekken. Bescherm de kabel
tegen hitte, olie en scherpe randen.
12. Klem het gereedschap.
• Gebruikklemen of een bankschroef om het ge-
reedschap vast te klemmen. Het is veiliger dan
het vast te houden met uw handen.
13. Vermijd een abnormale lichaamshouding
• Het zorgt voor stabiliteit en behoud je balans.
14. Gebruik en onderhoud uw gereedschap met zorg.
• Houd de zaagbladen schoon en scherp dit
verzekerd dat u beter en veiliger kunt werken.
• Volg de smeer en gereedschap wissel instruc-
ties.
• Controleer de voedingskabel van de machine
regelmatig, en laat een gekwalificeerde expert
schades herstellen.
• Controleer de verlengsnoeren regelmatig en
vervang de kabels als ze beschadigd zijn.
• Houd de handgrepen schoon, droog en vrij van
vet en olie.
15. Haal het gereedschap uit het stopcontact.
• Als u geen gebruik maakt van het gereedschap,
wanneer u onderhoud wilt uitvoeren en wan-
neer u opzetstukken wil wisselen, zoals messen
boren en frezen.
NL
35