Inhoud
3. Installatieproces . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
4. Afvoerleidingwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
5. Waterleidingwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3
Opmerking: Dit symbool geldt alleen voor EU-landen.
Dit symbool is overeenkomstig richtlijn 2012/19/EU Artikel 14 Informatie voor gebruikers en Bijlage IX en/of richtlijn 2006/66/EG Artikel 20
Informatie voor eindgebruikers en Bijlage II.
Uw product van MITSUBISHI ELECTRIC werd ontworpen en vervaardigd met kwaliteitsvolle materialen en onderdelen die kunnen worden gerecycled en/of herbruikt.
Dit symbool betekent dat de elektrische en elektronische uitrusting, batterijen en accu's op het einde van de gebruiksduur gescheiden van het
huishoudelijk afval moeten worden ingezameld.
Als er een chemisch symbool staat onder het hierboven staande symbool, betekent dit chemische symbool dat de batterij of de accu een zwaar metaal
in een bepaalde concentratie bevat. Dit wordt als volgt aangegeven:
Hg: kwik (0,0005%), Cd: cadmium (0,002%), Pb: lood (0,004%)
In de Europese Unie zijn er gescheiden inzamelingssystemen voor gebruikte elektrische en elektronische producten, batterijen en accu's.
Verwijder dit apparaat, de batterijen en de accu's correct in uw lokaal afvalinzamel- of recyclingcentrum.
Help ons het milieu waarin we leven te beschermen!
1. Veiligheidsmaatregelen
► Voordat u de unit installeert, zorg ervoor dat u alle
"Veiligheidsmaatregelen" leest.
Waarschuwing:
Maatregelen die in acht moeten worden genomen zodat letsel of ongelukken
met dodelijke afloop worden voorkomen.
Let op:
Maatregelen die in acht moeten worden genomen zodat beschadiging van de
unit wordt voorkomen.
Waarschuwing:
• De unit mag niet worden geïnstalleerd door de gebruiker. Vraag een installateur of een
bevoegde technicus om de unit te installeren. Als de unit niet goed wordt geïnstalleerd,
kan dit waterlekkage, een elektrische schok of brandgevaar veroorzaken.
• De unit moet worden geïnstalleerd volgens de instructies om het risico op
schade door aardbevingen, tyfoons of krachtige wind te beperken.
Een niet correct geïnstalleerde unit kan naar benden vallen en schade of
letsels veroorzaken.
• De unit moet veilig worden geïnstalleerd op een structuur die zijn gewicht
kan dragen. Als de unit gemonteerd wordt op een onstabiele structuur kan
hij naar benden vallen en schade of letsels veroorzaken.
• Als de buitenunit in een gesloten ruimte wordt geïnstalleerd, moeten er
maatregelen worden genomen om een concentratie van koelmiddel in de
kamer te vermijden in het geval van lekkage van koelmiddel. Raadpleeg een
installateur in verband met de gepaste maatregelen.
Als het koelmiddel lekt en dit een gebrek aan zuurstof in de ruimte veroorzaakt.
• Alle werkzaamheden aan de elektrische installatie moeten worden uitgevoerd
door een gekwalificeerde technicus en volgens de lokale voorschriften en de
instructies in deze handleiding. De units moeten worden aangedreven door middel
van eigen voedingsleidingen en de juiste spanning en circuitonderbrekers moeten
worden gebruikt. Voedingsleidingen met een onvoldoende capaciteit of incorrecte
elektrische installaties kunnen leiden tot een elektrische schok of brandgevaar.
• Gebruik alleen specifieke kabels voor de bedrading. De aansluitingen
van de bedrading moeten veilig zijn en er mag geen spanning zitten op
de aansluitingen aan de polen. Splits de kabels nooit om de bedrading te
maken (tenzij anders aangegeven in dit document).
Als u deze instructies niet naleeft, kan dit leiden tot oververhitting of kan er
brandgevaar ontstaan.
• De afdekplaat van de aansluitklem van de buitenunit moet stevig worden
vastgehecht. Als de afdekplaat niet correct wordt gemonteerd, kan er stof en vocht
in de unit binnendringen en dit kan leiden tot een elektrische schok of brandgevaar.
• Maak gebruik van door Mitsubishi Electric erkende accessoires en vraag
een installateur of een erkende technicus om ze te installeren. Als accessoires
niet correct worden geïnstalleerd, kan dit leiden tot waterlekkage, een
elektrische schok of brandgevaar.
1.1. Voor installatie
Let op:
• Gebruik de unit niet in een ongewone omgeving. Als de buitenunit
wordt blootgesteld aan stoom, vluchtige olie (inclusief machineolie) of
zwavelachtig gas of blootgesteld aan zilte lucht of bedekt wordt door
sneeuw, kan de prestatie aanzienlijk verlagen en de interne onderdelen
kunnen worden beschadigd.
• Installeer de unit niet op plaatsen waar mogelijk ontvlambaar gas lekt, wordt
geproduceerd, stroomt of ophoopt. Indien ontvlambaar gas rond de unit
ophoopt, kan dit brand of een ontploffing veroorzaken.
• De buitenunit produceert condens tijdens het verwarmen. Zorg voor
voldoende afvoer rond de buitenunit als deze condens schade kan
veroorzaken.
7. Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
Voer na de installatie een test uit om na te gaan of alles correct werkt.
Leg vervolgens aan uw klant de "Veiligheidsmaatregelen", het gebruik en
het onderhoud van de unit uit en maak hierbij gebruik van de informatie in
de Bedieningshandleiding. De gebruiker moet zowel de Installatie- als de
Bedieningshandleiding ontvangen. Deze handleidingen moeten altijd worden
bewaard door de eigenlijke gebruikers.
: Duidt een onderdeel aan dat moet worden geaard.
Waarschuwing:
Lees aandachtig de labels die aan de unit zijn bevestigd.
• Bouw de unit niet om. Raadpleeg een installateur voor reparaties.
Als wijzigingen of reparaties niet correct worden uitgevoerd, kan dit
waterlekkage, een elektrische schok of brandgevaar veroorzaken.
• De gebruiker mag nooit proberen om de unit te repareren of hem naar een
andere locatie te verplaatsen.
Als de unit niet correct is geïnstalleerd, kan dit waterlekkage, een elektrische
schok of brandgevaar veroorzaken. Als de buitenunit gerepareerd of
verplaatst moet worden, vraag dit dan aan een installateur of een erkende
technicus.
• Nadat de unit is geïnstalleerd, zorg er dan voor dat het koelmiddel niet gaat
lekken.
• Zorg ervoor dat u steeds de specifieke antivriesoplossing gebruikt. Een
verminderde kwaliteit van de antivriesoplossing kan ertoe leiden dat het
systeem uitvalt of dat het water gaat lekken.
• Gebruik nooit een ander product dan antivries. Andere producten kunnen
brandgevaar of een explosie veroorzaken.
• Gebruik geen heet water geproduceerd door de warmtepomp lucht-water
direct als drinkwater of water om voeding te bereiden.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd volgens de nationale voorschriften
voor bedrading.
• Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (inclusief kinderen)
met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of zonder
ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht staan of hen instructies
werden gegeven over het gebruik van het apparaat door een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
• Kinderen moeten onder toezicht staan om ervoor te zorgen dat ze niet
spelen met het apparaat.
• Wanneer u de unit installeert in een ziekenhuis of in een gebouw waar
er communicatieapparatuur wordt geïnstalleerd, dient u mogelijk
maatregelen te nemen om de ruis en de elektronische interferentie te
beperken. Omzetters, huishoudtoestellen, medische apparatuur met een
hoge frequentie en radiocommunicatieapparatuur kunnen ervoor zorgen
dat de unit slecht gaat werken of uitvalt. Ook de ruis en de elektronische
interferentie van de buitenunit kan de correcte werking van medische
apparatuur en communicatieapparatuur storen.
• Als de unit aangesloten is op slecht werkende toestellen, kan dit de
waterkwaliteit binnen het verwarmingscircuit verminderen. Het kan
bovendien leiden tot een aanzienlijke daling van de prestatie van de unit of
het kan onderdelen schaden.
nl
1