3. Het binnenapparaat installeren
1
3
5
7
Fig. 3-1
G
A
0
7,2
16
23,5
32,2
44,7
76
107,2
119,7
132,2
157,2
E
244,7
C
257,2
Fig. 3-2
A
C
E
D
Fig. 3-3
2
4
* 6
* 8
* Alleen PKA-M·LAL2
F
D B
100
J
Kant
middengat
I
H
B
A Mof
B Gat
C (Binnenkant)
D Muur
E (Buitenkant)
3.1. Controleer de accessoires voor het
binnenapparaat (Fig. 3-1)
De volgende accessoires horen bij het binnenapparaat te zijn meegeleverd.
ONDERDEELNUMMER
Ophangplaat
1
Zelftappende schroef 4 × 25
2
Viltband
3
Bevestigingsbandje
4
*
Draadloze afstandsbediening
5
*
Houder afstandsbediening
*
6
Alkalinebatterijen (formaat AAA)
*
7
Zelftappende schroef 3,5 × 16
*
8
*
3.2. De muurbevestigingsmal aanbrengen
(mm)
3.2.1. De muurbevestigingsmal aanbrengen en de plaats van de
pijpen bepalen
► Bepaal met behulp van de muurbevestigingsmal de plaats waar het
25
apparaat geïnstalleerd moet worden en waar de gaten voor de pijpen
0
25
geboord moeten worden.
57,2
69,7
Waarschuwing:
82,2
123,5
Neem contact op met de eigenaar van het gebouw voordat u gaten in de
177,2
muur gaat boren.
189,7
230
274
[Fig. 3-2]
A Ophangplaat 1
B Binnenunit
C Pijpopening linksonder achter (ø75)
D Pijpopening rechtsonder achter (ø75)
E Doordrukopening voor bevestigingsplaats linksonder achter (105×300)
F Opening voor bout (4-ø9)
G Tapgat (6-ø4,3)
H Midden gat
I Zet de schaal op de lijn.
J Schaal invoegen.
3.2.2. Het gat voor de pijpleiding boren (Fig. 3-3)
Maak op de plaats die aan de linkerkant op de tekening is aangegeven,
met een kernboor een gat door de muur met een diameter van 75-80 mm,
in de richting van de pijpen.
Het gat door de muur moet aflopen, zodat de opening aan de buitenkant
lager is dan het gat aan de binnenkant.
Plaats een mof (diameter 75 mm, niet meegeleverd) in het gat.
Opmerking:
Het gat moet enigszins aflopen omdat de afvoer hierdoor beter verloopt.
ACCESSOIRE
HOEVEELHEID
1
12
3
4
1
1
2
2
PLAATS
Aan de achterkant
van het apparaat
bevestigen
nl
3