Descargar Imprimir esta página

LiftMaster LM60EVFA Instrucciones De Montaje Y Manejo página 52

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 173
8
Benodigde gereedschappen
Gereedschappenlijst:
Ladder
Markeringsstift
Tang
Boormachine
Hamer
Ratel / palwerk 10 mm /
13 mm
9
Rail monteren
Belangrijke aanwijzingen voor een veilig montage.
Alle montageaanwijzingen volgen. Verkeerde montage
kan tot ernstige letsels leiden.
De rail is grotendeels voorgemonteerd en bestaat uit 3 delen� In het
voorste gedeelte (A) bevinden zich de loopwagen, trekstang, ontgren-
delingsgreep, keerrol alsook de lateibevestiging met riemspanner� In
het achterste gedeelte (B) bevinden zich de kooi voor de aandrijfas en
het kettingtandwiel� Het voorste en achterste railgedeelte achter elkaar
leggen�
1�
Verwijder kabelbinders die de riem vasthouden�
2�
Trek de twee railstukken helemaal uit elkaar om een gat te maken
voor het middenstuk (C)� Deze rail is zo ontworpen dat het mid-
denstuk probleemloos kan worden ingevoegd� De 2 verbindings-
stukken (D) over de naden van de railstukken schuiven tot aan de
markeringen� Om de verbindingsstukken vast te zetten de uitste-
kende gedeeltes met een geschikt werktuig naar buiten buigenom
het middenstuk te fixeren.
De montage van de rail is voltooid�
10
Riem spannen
De riem van de rail zo ver opspannen dat de veer (1) tot ongeveer
halverwege wordt samengedrukt� Deze moet kunnen veren terwijl de
installatie in bedrijf is�
11
Rail op de aandrijving monteren
1�
Controleren of de tandriem op het tandwiel zit� Als de tandriem
er bij de montage toch afgegleden is, de tandriem ontspannen,
opleggen en opnieuw opspannen�
2�
De rail (1) omdraaien en met de tandwielzijde (2) helemaal op de
aandrijving (3) steken�
3�
De rail met de twee bevestigingsbeugels (11) en de
korte schroeven (21) op de aandrijving bevestigen�
Metaalzaag
Verschillende boren (8, 6, 5, 4�5 mm)
Ringsleutel
Waterpas
Schroevendraaier
Meetlint
Optioneel:
Om de totale lengte met 140mm in te korten, kan de aandrijving 90°
gedraaid worden aangebracht, zoals geïllustreerd in afb� 11� Daardoor
is toegang en programmering vanaf de zijkant mogelijk� Verwijder
daartoe de schakelaar en monteer hem op de tweede bevestiging�
Verwijder de rubberen stop om de kabeluitgang af te dichten� Ga dan
verder met stap 3� De wijziging moet worden uitgevoerd door een bevo-
egde elektricien�
12
Het midden van de garagepoort bepalen
Bij bovenhandse werken moet ter bescherming van de ogen een
veiligheidsbril worden gedragen� Om te vermijden dat de poort wordt
beschadigd, moeten alle aanwezige blokkeringen / sloten worden uitge-
schakeld� Om zware verwondingen te vermijden, moeten alle externe
op de poort aangesloten kabels en kettingen vóór de installatie van de
poortaandrijving worden gedemonteerd� De poortaandrijving moet op
een hoogte van minstens 2,10 m boven de grond worden geïnstalleerd�
Markeer vervolgens de middellijn van de poort (1)� Trek vanuit dit punt
een lijn tot aan het plafond� Voor de montage aan een plafond tekent u
vanaf deze lijn een andere lijn in het midden van het plafond (2) in een
rechte hoek naar de poort� Lengte ca� 2,80 m�
13
Lateibevestiging monteren
TIP: De afstand tussen het hoogste punt en het poortframe en de rail
mag maximaal 50 mm bedragen� Naargelang het poorttype gaat het
poortframe enkele cm omhoog, wanneer de poort wordt geopend�
A. Wandmontage:
Lateibevestiging (8) in het midden op de verticale middellijn (2) leggen;
daarbij ligt de onderste rand op de horizontale lijn� Alle gaten voor de
lateibevestiging markeren� Gaten voorboren met een diameter van
4,5 mm en de lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (20)�
TIP: In geval van montage op een betonbedekking / betonlatei moeten
de meegeleverde betonpluggen (22) en schroeven (20) worden gebru-
ikt� Grootte van de boorgaten bij beton: 8 mm�
B. Plafondmontage:
Verticale middellijn (2) doortrekken tot aan het plafond en ca� 200 mm
langs het plafond� Lateibevestiging (8) op de verticale markering tot op
150 mm van de wand in het midden aanbrengen� Alle gaten voor de
lateibevestiging markeren� Gaten boren met een diameter van 4,5 mm
en de lateibevestiging bevestigen met houtschroeven (20)�
14
Aandrijving op de latei bevestigen
Het kan nodig zijn om de aandrijving tijdelijk hoger te leggen,
opdat de rail bij meerdelige poorten niet tegen de veren stoot�
De aandrijving moet daarbij ofwel goed gestut zijn (ladder) of
door een tweede persoon worden vastgehouden� Aandrijfkop op gara-
gevloer onder de lateibevestiging leggen� Rail optillen tot de gaten van
het bevestigingsstuk of de gaten van de lateibevestiging over elkaar
liggen� De schroef (14) in de gaten steken en vastzetten met moer (15)�
nl 4

Publicidad

loading

Este manual también es adecuado para:

Lm80evfaLm100evfaLm130evfa