•
Machinekop (1) in de bovenste stand bren-
gen.
•
De draaitafel (12) losmaken door de vast-
zetschroef (15) los te draaien.
•
Draai de draaitafel (12) bij ingedrukt ge-
houden ontgrendelingsknop (14) in de ge-
wenste hoek.
•
De vastzetschroef (15) weer vastdraaien om
de draaitafel (12) te fixeren.
•
Maak de vastzetgreep (22) los en kantel de
machinekop (1) met de handgreep (3) naar
links in de gewenste hoek.
•
Draai de vastzetgreep (22) weer vast en voer
de snede uit zoals beschreven in punt 7.2.1.
7.3 Gebruik als tafelcirkelzaag (afb. 4)
Stel de zaag in op tafelmodus (zie 5.3).
Waarschuwing! Voor de tafelmodus mag de ma-
chinekop (1) niet naar links gekanteld zijn, d.w.z.
de verstekhoek op de schaal (23) moet 0° zijn.
7.3.1 Uitvoeren van sneden in lengterichting
(afb. 4, 36)
Hierbij wordt een werkstuk in zijn lengterichting
doorgesneden.
Eén kant van het werkstuk wordt tegen de paral-
lelaanslag (43) geduwd terwijl de vlakke zijde op
de zaagtafel (37) ligt.
De zaagbladbescherming (39) moet altijd naar
onder op het werkstuk liggen.
De werkstand bij het zagen in lengterichting mag
nooit in één lijn met het verloop van de snede zijn.
•
Stel de parallelaanslag (43) in op de gewens-
te breedte en klem hem vast. (zie 6.7).
•
Zaag inschakelen door op de groene knop „I"
van de Aan/Uit-schakelaar (38) te drukken.
•
Handen met gesloten vingers plat op het
werkstuk leggen en het werkstuk langs de pa-
rallelaanslag (43) het zaagblad (6) in duwen.
•
Zijdelingse geleiding met de linker of rechter
hand (naargelang de positie van de paral-
lelaanslag) enkel tot de voorkant van de be-
schermkap leiden.
•
Werkstuk altijd tot aan het einde van het
spouwmes (40) doorschuiven.
•
Schakel de zaag uit door op de rode „O" knop
te drukken.
•
Het snijafval blijft op de zaagtafel (37) liggen,
tot het zaagblad (6) weer tot stilstand is geko-
men.
•
Lange werkstukken aan het einde van het sni-
jden beveiligen tegen omlaag kantelen (bijv.
afrolstaander enz.)!
Anl_TE-MS_254_T_SPK13.indb 126
NL
7.3.2 Snijden van smalle werkstukken
(afb. 37)
In lengterichting snijden van werkstukken met een
breedte van minder dan 150 mm moet altijd met
behulp van een duwstok (46) worden uitgevoerd.
Duwstok is in de levering inbegrepen. Versleten
resp. beschadigde duwstok onmiddellijk vervan-
gen.
7.3.3 Snijden van zeer smalle werkstukken
(afb. 38)
•
Voor in lengterichting snijden van zeer smalle
werkstukken met een breedte van 50 mm en
minder moet altijd een duwhout worden ge-
bruikt
•
Duwhout is niet in de levering inbegrepen!
(Verkrijgbaar in de speciaalzaak)
•
Versleten schuifhout tijdig vervangen.
7.4 Transport (afb. 1 – 4)
•
Fixeer de draaitafel (12) met de vastzetschro-
ef (15).
•
Stel de machinekop (1) recht in (0° op de
schaal (23)) en fixeer de instelling met de
vastzetgreep (22).
•
Stel de zaag in op tafelmodus (zie 5.3).
•
Transporteer de machine door haar op te
tillen aan de grepen van de werkstuksteunen
(19).
•
Gebruik bescherminrichtingen zoals zaag-
bladbescherming of aanslagen nooit om de
machine te bewegen of te transporteren.
•
Houd rekening met het machinegewicht en
haal er indien nodig een tweede persoon bij
om te helpen.
8. Vervanging van de
netaansluitleiding
Gevaar!
Als de netaansluitleiding van dit apparaat be-
schadigd wordt, dan moet hij door de fabrikant
of diens klantendienst of door een gelijkwaardig
gekwalifi ceerde persoon vervangen worden, om
gevaren te vermijden.
- 126 -
10.05.2023 15:04:31