F
GB
D
E
TECHNISCHE KENMERKEN
Met behulp van de elektronische snelheidsregelaar aan
de voorkant van de machine kan de onbelaste
rotatiefrequentie van de schuurmachine op 6.000 tot
12.000 toeren per minuut worden ingesteld.
De elektronische snelheidsregelaar regelt de snelheid
van de motor die nodig is voor het werk. Het
elektronische systeem van de regelaar meet de belasting
van de motor en past de kracht van de motor steeds
daarop aan zodat de snelheid constant blijft. De snelheid
kan worden bijgesteld al naar gelang het soort uit te
voeren werk of het type oppervlak dat u wilt schuren.
Voor ruwe oppervlakken of voor een eerste snelle grove
schuurbeurt draait u de regelaar rechtsom om de
snelheid te verhogen. Voor fijner schuurwerk op kleine
oppervlakken draait u de regelaar linksom om de
snelheid te verlagen.
BEDIENING
SCHUURMACHINE AAN- EN UITZETTEN (afb. 2)
Ga als volgt te werk om de schuurmachine aan of uit te
zetten:
om de schuurmachine AAN te zetten duwt u de
■
AAN/UIT-schakelaar naar links;
om de schuurmachine UIT te zetten duwt u de
■
AAN/UIT-schakelaar naar rechts.
WERKEN MET DE SCHUURMACHINE (afb. 3)
Volg onderstaande aanwijzingen om uw schuurmachine
te gebruiken.
Zet het werkstuk vast om te voorkomen dat het onder
■
de schuurmachine kan verschuiven.
WAARSCHUWING
Een werkstuk dat niet goed vastzit kan naar de
gebruiker worden weggeslingerd en ernstig
lichamelijk letsel veroorzaken.
WAARSCHUWING
Houd uw gezicht op redelijke afstand van de
schuurmachine en de plaats waar u werkt.
Bescherm uw haar zodat het niet wordt
meegetrokken in de schuurmachine aangezien
dit ernstig lichamelijk letsel kan veroorzaken.
Plaats de schuurmachine zodanig het schuurpapier
■
geheel in aanraking komt met het te schuren
oppervlak.
NL
I
P
S
DK
N
FIN
GR
Nederlands
LET OP
Om oververhitting van de motor te voorkomen
mag u met uw handen niet de ventilatiesleuven
bedekken.
Zet de schuurmachine in werking en houd het
■
apparaat boven het te schuren oppervlak.
Houd de schuurmachine voor u uit, op een redelijke
■
afstand van uw lichaam en van het werkstuk. Wacht
tot de motor het maximum toerental heeft bereikt en
breng de schuurmachine daarna langzaam naar het
te bewerken oppervlak toe. Verplaats daarna de
schuurmachine langzaam over het te schuren
oppervlak heen waarbij u kleine cirkelvormige
bewegingen maakt.
Belast het apparaat niet te veel. Het gewicht van de
■
schuurmachine oefent voldoende druk op het te
schuren werkstuk uit. Laat de schuurmachine en het
schuurpapier al het "werk" doen. Als u zelf ook op de
schuurmachine zou gaan drukken, gaat de motor
langzamer draaien, raakt het schuurpapier sneller
versleten en wordt de schuursnelheid aanzienlijk
lager. Bovendien wordt de motor overbelast door
overmatige druk en kan door oververhitting
beschadigen, wat schadelijk is voor de goede werking
van het apparaat. Opgelet: door de wrijvingswarmte
kan het vernis of de lak daarmee het hout bedekt is,
zacht worden.
Zorg dat u overal evenveel schuurt. Blijf niet langdurig
■
op eenzelfde plak schuren: de schuurmachine zou
dan snel teveel kunnen wegschuren zodat het
oppervlak onregelmatig wordt.
Als u de schuurmachine langdurig achter elkaar
■
gebruikt, kan de motor oververhit raken. Als dat is
gebeurd, zet u de schuurmachine uit en wacht u tot
de voet volledig tot stilstand is gekomen; daarna haalt
u de schuurmachine van het geschuurde oppervlak.
Zorg dat u de ventilatiegleuven niet met uw handen
afdekt, verwijder het schuurpapier en zet vervolgens
de schuurmachine aan en laat hem zo onbelast
draaien om de motor af te koelen en houd uw handen
uit de buurt van de ventilatiegleuven.
Voor moeilijk toegankelijke oppervlakken zoals
■
hoeken of spleten gebruikt u de punt van de
driehoekige voet en maakt u korte heen en weer
bewegingen bij het schuren (afb. 4).
WAARSCHUWING
Raak de voet nooit aan terwijl u de
schuurmachine gebruikt: de machine werkt met
hoge snelheid en u zou ernstig verwond
kunnen raken.
51
RO
H
CZ
RUS
HR
PL
SLO
TR